948
Nadat in den vroegen ochtend van den 21en Juli de com
mandant van de Zuidpartij bij de stelling Karang anjar Wa-
war G. Blarak aangekomen was werd onderstaand gevechts
bevel uitgegeven.
Detachement Zuidpartij.
No. 3.
Voor de beoordeeling over de techniek der bevelen verwijzen
wij naar hetgeen wij daaromtrent ten opzichte van de bevelen
van den vorigen dag neerschreven
Waurnr 21-7 -'08 7.15 v.m.
Gevechtsbevel voor heden:
1. De vijand heeft zijne vervolging te Willem I gestaakt, doch zet
zijn opmarseh naar Midden Java voort.
2. Ons detachement zal den vijand zoo lang mogelijk ophouden en
zoo mogelijk terugdrijven.
Hiertoe zal een sectie art. stelling Demen op den Blarak. Een pel. van het
6e Bat. inf. wordt aangewezen als dekking. Het 6e Bat. houdt den vijand
te Wawar op met comp. ten Oosten eu 1 cornp. ten Westen van den
weg naar Magelang. Een sectie art. neemt stelling 300 M. ten Oosten
van den weg (Wawar). Een comp. van het 2e Bat. inf. vormt de
reserve en stelt zich op in den weg van Wawar naar Karanganjar.
3. De cav, verkont den grooten weg naar Willem I, het terrein ten
N. (lijn Kebon Dalem Ngrawan Kajoe Apak Banjoe Koening
Tjandi Karang Lo Doerin) en ten Zuiden (lijn Sirap Banjoe
Biroe) er van. Berichten worden te Wawar ingewacht.
Twee compagnieën van het 2e Bat. inf. zullen aanvankelijk den weg volgen
over Wawar Djenganti Kebon Dalem en den vijand terugdrijven.
Een comp. van het 2e Bat. inf. doet hetzelfde op de rechterflank en
volgt aanvankelijk den weg Wawar Kali Malang.
4. De troepen te Wawar en op den Blarak graven zich in. Seinbrigades
worden opgesteld te Wawar en op den Blarak.
Trein opgesteld te Djambejan.
Hoofdverbandplaats noordrand kg. Wedana.
5. Ik bevind mij bij de eerste W. van Wawar Oost.
De det. commt.
1; Mogen wjj even wijzen op: „zoo lang mogelijk ophouden en zoo mogelijk terug
drijven".
Behalve de „deugdelijkheid" van zoo'n bevel, door schrijver reeds besproken, treffen we
hier weer eene groepje „mogelijkheden" dat weinig zekerheid van wil verraadt. In
oorlogstijd komt het er op aan duidelijk en precies 1e zeggen wat verlaugd wordt, en