679 voordat eene volgende troepenafdeeling er uit gevoed moest wor den. Zoo kwamen de Japanners bij stukjes en beetjes te Wijoe, nl. den 4den April de voorste cavaleriepatrouilles, eerst den 8sten d. av. de eerste afdeelingen der voorhoede, welke, ter sterkte van eene gemengde brigade afgemarcheerd, niet voor den 13den aldaar verzameld was. Het geheele 1ste Leger was den 20sten bij Wijoe opgemarcheerd1). Voorzeker eene schoone gelegenheid voor het Russische Jaloedetachement 2) om door aanvallend optreden de achtereenvolgens aankomende Japansche afdeelingen met overmacht aan te vallen. De Engelsche Gene raal Sir Ian Hamilton, die, na zich in den Boerenoorlog onder scheiden te hebben, den Russich-Japanschen oorlog in het hoofd kwartier van Koeroki medemaakte, roept dan ook uit: „Here „was a chance for the lieutenants of KuropatkinFortune was „in a mood to be wooed, and he who worships at her thrine „dares never let his anxious gaze wander for one moment from „those opportunities which are the fugitive smiles of the god dess." Sassoelitsch bleef echter werkeloos; alleen zond hij den 12den April toen dus al een groot gedeelte van de Ja pansche voorhoedebrigade te Wijoe was aangekomen een ver kenningsdetachement van 50 man over de rivier. Natuurlijk liep deze onderneming op niets uit. Hamilton maakt naar aanleiding van de lijdelijkheid der Russen nog de opmerking: „It is quite certain that if Delarey, Botha, De Wet, Smuts, or „many less distinguished Boer leaders, had been in command „on the north bank of the Yalu, the small Japanese detache- „rnent marching from Kasan would either have been attacked „on its way to Wiju, or having been permitted to arrive, would „have had to fight for its life against every enemy within a „radius of thirty miles long before any troops of its main army „could have got within supporting distance 3)." Trouwens, de Boeren hadden de nadeelen van eene lijdelijke verdediging in de eerste periode van den Zuid-Afrikaanschen oorlog duidelijk genoeg ondervonden. 1) VII, blz. 86. 2) Het Jaloe-detachement onder den Luitenant-G-eneraal Sassoelitscn telde 1 bataljons, 17 sotniën kozakken, 6 batterijen, 1 mitrailleurcompagnie, genietroepen enz., te zamen 1SOOO man. 3) VII, blz. SI en 85.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 29