952 heid moet de infanterie zicli ten nutte maken en met gebruikmaking van alle dekkingen in het terrein trachten de in het bereik van het vijan delijke vuur liggende terreinstrooken in kleine groepen te overschrijden. Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan de vuurstellingen der ar tillerie; de voor- en nadeelen van gedekte artilleriestellingen worden zonder vooringenomenheid tegen elkaar opgewogen. Het veranderen van stelling onder de oogen van de vijandelijke, nog geveehtskrachtige artillerie verklaart de schrijver voor zoo goed als onmogelijk. Zijne bewering, dat ze minder noodig zijn, omdat men tot 4000 M. bijna dezelfde uitwerking kan verkrijgen als vroeger bij het oude geschut, is echter aan bedenking onderhevig. Dat mag gelden voor ae schietterreinen, maar niet voor het slagveld, waar de doelverkenning veel grootere moeielijkheden met zich meebrengt en men den loop van bet gevecht door den grooten afstand niet gemakkelijk kan beoordeelen. Zeer terecht wordt echter een successievelijk voorwaartsgaan stuk voor stuk aanbevolen, om de door den vijand onder vuur genomen strooken te kunnen overschrijden. Dat is in ieder geval een behartigenswaardige raad, welke men bij de oefeningen in het terrein zou kunnen toepassen Zelfs wanneer het zich in den werkelijken strijd uitwijst dat het onnoodig is, dan maakt zulk een oefening de stukscommandanten toch zelfstandig. De samenwerking tusschen artillerie en infanterie moet moreel en materieel zijn. Beide wapens moeten bezield zijn door den ernstigen wenseh elkaar bij elke gelegenheid te ondersteunen; de troepenaanvoer der heeft slechts duidelijke, besliste opdrachten te geven, maar moet er zich verder niet om behoeven te bekommeren hoe de samenwerking tus schen de beide wapens wordt uitgevoerd. De met de uitvoering van eene gegeven opdracht belaste troepen moeten niet alleen elkaar door hun vuur ondersteunen, maar ook wederkeerig elkaar bekend maken met den uitslag hunner verkenningen, de gekregen bevelen, de eigen eisehen en voornemens. Keeds bij de verkenning der vuurstelling, hetgeen'zeer moeielijk en tijdroovend is, heeft de artillerie den steun van de infanterie noodig, welke aan den artillerist den uitslag harer verkenning mededeeltsom tijds is het ook noodig om tot steun der artillerie beslag te leggen op voor het front gelegen steunpunten Ik wil hierbij voegen, dat dik wijlstenminste bij manoeuvresde verkenning der artillerie wordt bemoeielijkt doordat de infanterie zich ontijdig en onvoorzichtig in vuur gevecht begeeft en dan eene onmiddellijke hulp verwacht van de artillerie. Daardoor wordt deze laatste gedwongen door het innemen van eene stelling, die weinig beantwoordt aan het vervullen van de hoofdopdracht. Ook dat is een gevolg van onvoldoenden band tusschen beide wapens. In het bizonder moet die nauwe band bestaan bij den stormaanval, opdat de artillerie haar zusterwapen steeds te rechter tijd ondersteunt. Onder het vuurbereik der vijandelijke artillerie kan de infanterie slechts vooruitgaan onder bescherming van het vuur der eigen artillerie. Zoover als mogelijk is moet de infanterie trachten, door een oordeelkundig gebruik te maken van het terrein zich te onttrekken aan het vijande lijk vuur; waar zij echter snel moet handelen is dit uitgesloten en blijft er niets anders over dan dat de eigen artillerie een levendig vuur opent op de vijandelijke. Aan de infanterie is aan te raden te letten op de vuurpauzes bij de artillerie, teneinde daarvan gebruik te maken om zoo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 304