- 681 keerde het hoofdkwartier van het 2de Leger in groote onzeker heid het besefte zeer goed, met welke gevaren de marsch in gescheiden colonnes door het gebergte gepaard ging; de afstand tusschen de vleugelcolonnes bedroeg, hemelsbreed gemeten, 25 KM., in bergterrein vrij veel. Er was evenwel niets aan te doen, men moest het terrein nemen, zooals het was. Den 28sten hoopte men in de lijn Arnau Königinhof aan te komen. In den loop van den 26sten Juni kwam de Oostenrijksche Opperbevelhebber „Feldzeugmeister" Ridder von Benedek te Josefstadt aan, waar hij o.a. berichten omtrent nadering van Pruisische troepen over Reinerz, Politz en Trautenau ontving. Hij gelastte daarop, dat den 27sten het 10de korps, onder den Luitenant-Veldmaarschalk Vrijheer von Gablenz, naar Trautenau, en het 6de korps, onder den Luitenant-Veldmaarschalk Baron von Ramming, naar Skalitz zouden marcheeren. Benedek 's be doeling hiermede was, „den noch nicht vollendeten Aufmarsch „der Armee bei Josefstadt zu decken, was aber durchaus „nicht hindern soil, dem Gegner—wo er sich zeigt—mit aller „Energie auf den Leib zu gehen. Die Verfolgung hat sich je- „doch innerhalb der Grenze der Aufgabe zu halten und darf „vorlaufig nicht zu weit ausgedehnt werden. Uber die Starke „des dem 6 und 10 Armeekorps gegenüberstehenden Feindes „gewartige ich baldigen Bericht" 1). Waren de in den laatst aangehaalden zin bedoelde berich ten binnengekomen en was de opmarsch van het leger geëin digd, dan zou de voorwaartsche beweging hervat worden. Op deze wijze ontstonden de gevechten bij Trautenau en bij Nachod op den 27sten Juni. Steinmetz, wiens voorhoede reeds den vorigen dag Nachod, aan den uitgang van het défilé bezet had, wierp den 27sten Ramming op Skalitz terug; daarentegen bracht Gablenz bij Trautenau het korps Bonin eene nederlaag toe. De Pruisen weken hier tot over de grenzen terug. Niettegenstaande de behaalde overwinning was Gablenz niet zeer gerust. Reeds den vorigen dag, toen Benedek hem mon deling zijne opdracht herhaalde, had hij gewezen op de geva ren, die zijne flanken bedreigden; immers, zoowel over Politz 1) XI, blz. 201.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 31