682 - als over Starkenbach was de nadering van sterke, vijandelijke afdeelingen gemeld. In den loop van den 27sten ingekomen berichten hadden zijne bezorgdheid voor zijne rechterflank niet verminderdhet tegendeel wa,s eer het geval, al meende Bene- dek, dat het korps Ramming 20 K.M. ver weg die flank voldoende dekte. Benedek besloot den 28sten 's ochtends de beweging naar de Iser voort te zetten. Om die beweging te dekken, moest het korps Gablenz stelling nemen bij Prausnitz, met het front naar Eipel, waarheen sterke, Pruisische afdeelingen in aantocht zou den zijn; het 8ste korps (Luitenant-Veldmaarschalk Aartshertog Leopold), dat ter ondersteuning van het korps Ramming naar Skalitz vooruitgeschoven was, moest zich opstellen bij Salnei, ten Noorden van Jaromer, terwijl het korps Ramming bij Skalitz door een ander afgelost zou worden. Echter wierp Steinmetz, de Leeuw van Nachod, Aartshertog Leopold en Ramming den 28sten bij Skalitz en den 29sten bij Schweinschadel terug, terwijl Gablenz, aan wien een latere order eene dichter bij Jaromer gelegen opstelling aangewezen had, op zijn marsch daarheen, door de Pruisische garde van Eipel uit aangevallen en in het gevecht bij Soor en Burkersdorf ge slagen werd. Het is hier de plaats om te overwegen, of het gescheiden marcheeren van het 2de Pruisische Leger eene minderheid gele genheid gaf tot het behalen van eene overwinning op eene meerderheidm. a. w., had Gablenz na zijne overwinning bij Trautenau, desnoods door een of meer brigades van een ander korps versterkt, aanvallend kunnen en moeten optreden tegen de Pruisische troepen, die hem zooveel bezorgdheid voor zijne rechterflank inboezemden? Benedek's bevel, eerst om naar Prausnitz, later om nog meer naar het Zuiden te gaan, maakte iets dergelijks onmogelijk; hoewel overigens van aanvallend optreden niet afkeerig paste dit hier niet in zijn gedachten- gang. Dit beteekent echter niet, dat Gablenz bij een handelen, als door ons bedoeld, geen succes gehad zou hebbenhet korps Bonin was tot over de grenzen terug; terwijl hij het op zijne 1) Vorg. de aanhaling uit zijn bevel aan Gablenz en aan Ramming op 26 Juni.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 32