990 Door de tegenkantingen in de Tweede Kamer is de verplichte keuze-bevordering voor 1/6 deel van de elke 5 jaar te bevorderen luitenants veranderd in een facultatieve, en heeft de praktijk in deze uitgewezen; dat nog zoo goed als niet van de bevoegdheid van de Kroon is gebruik gemaakt. In de eerste plaats niet, omdat het toepassen van gelijksoortige bepalingen in het Belgische, Fransche en Italiaansche Leger een slechten geest hebben doen ontstaan bij de voorbijgegane officieren en vooral in het Italiaansche Leger door het opvullen van de hoogste rangen met jonge, nog niet te pensionneeren officieren, de opschuiving in de lagere rangen nog meer is tegengehouden, maar ook, omdat de keuze van the right man on the right place", gegeven de vaag omschreven eischen en een geheel ontbreken van regelen betreffende de personen die kiezen en de wijze waarop dat geschiedt, zoo uiterst moeilijk is, en ten slotte, omdat vooral na de invoering der gedeel telijke pensioenen en de uitbreiding van de legerorganisatie de bevordering in den luitenantsrang belangrijk verbeterde. Gerust mag dus gezegd worden dat in Nederland als regel nog het ancienniteitsstelsel is gehandhaafd; een beginsel, ook gehuldigd voor het Indische Leger, in de bij Koninklijk Besluit van 24 November 1859 No. 69 vastgestelde Regeling voor de bevordering enz. van de Europeesche officieren der in Neder- landsch Indië aanwezige Landmacht. (Algemeene Order 1860 No. 13 Artikel 5). De bevorderingen geschieden over elk wapen afzonderlijk (Arti kel 4 Algemeene Order 1860 No. 13) waaraan door den Hollandschen wetgever is toegevoegd„doch over elk wapen, eiken staf en elk dienstvak in zijn geheel" 1). De kans op ongelijke bevordering voor de verschillende wapens enz. is dus behouden. Alleen voor de 2e luitenants is in Artikel 14 van de meerge noemde wet bepaald, dat zij door Ons worden bevorderd naar ouderdom van rang en onverminderd de voor die beoordeeling gestelde eischen, uiterlijk na een diensttijd van 4 jaren, ten volle mederekenende bij het bepalen van hun ouderdom in rang Dit is dus een periodieke bevordering in haar soort geheel' gelijk te stellen met een periodieke tractementsverhooging en 1) Art. 10 Bevorderingswet 1902.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 342