993 infanterie, artillerie en cavalerie een algemeene ranglijst wordt gevolgd, terwijl die tot boofd-officier op gelijke wijze plaats heeft bij de infanterie en de artillerie; 2e. dat de openkomende plaatsen bij elk der wapens alleen worden vervuld voor zoover er officieren voor dat wapen vol gens de ranglijst in aanmerking komen voor bevordering; 3e. dat onvervuld gebleven plaatsen ten voordeele komen van de beschikbare plaatsen bij andere wapens; 4e. dat de subalterne officieren bij de genie, militaire admi nistratie en geneeskundigen dienst de promotie volgen van hunne ranggenooten bij de drie wapens; voor de kapiteins alleen voor zoover de formatie in den hoofdofficiersrang bij hunnen dienst zulks toelaat. Indien dus, om een voorbeeld te nemen, het aantal candidaten van een zeker promotiejaar bedraagt bij de Infanterie 42 Artillerie 6 Cavalerie 2 terwijl het aantal vacatures bedraagt Infanterie 31 Artillerie 4 Cavalerie 1, in het geheel dus 36, dat dan 36 candidaten worden bevorderd, in de eerste plaats 4 van de artillerie en voorts de andere 32 van de infanterie, terwijl de vacature bij de cavalerie blijft tot op de ranglijst een candidaat voorkomt. De 10 candidaten van de infanterie en 2 van de artillerie, die overblijven, komen het volgende jaar het eerst aan de beurt- Op deze wijze zullen ongetwijfeld geen groote verschillen in diensttijd voorkomen, doch een noodzakelijk bezwaar is, dat gedurende een zekeren tijd plaatsen bij enkele wapens onver vuld zullen blijven, een bezwaar waarin de voorsteller wil voor zien door detacheeringen van de wapens die een overcompleet hebben, of door de officieren, die tijdelijk een hoogeren rang waarnemen, een toelage te geven. Ongetwijfeld bezit dit stelsel veel goeds, doch het heft de oorzaken niet op, die tot de wanver houding der dienstjaren in eiken rang bij de verschillende wapens geleid hebben. Deze zijn in hoofdzaak tweeërlei: le. dat de aanvulling niet steeds was overeenkomstig de behoefte, doch in den regel grooter;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 345