995
Terwijl het verlies aan hoofd- en opper-officieren hij de
infanterie van 1897-1901 bedroeg 69, werden slechts 53 majoors
aangesteld in datzelfde tijdvak. Van 1902 t/m. 1906 bedroeg
het verlies 71 en de winst 67. Maar wel wijst de statistiek
van het laatstgenoemde vijfjarige tijdvak nit, dat op eene ge
middelde sterkte aan hoofd- en opper-officieren van 62 een
gemiddelde aanvulling noodig was van 13, zoodat volgens die
verhouding eene uitbreiding van het aantal met 5, de geregelde
jaarlijksche aanvulling met 1 zal vermeel deren.
Aannemende dat de jaarlijksche aanstellingen tot den offi
ciersrang regelmatig waren geweest; en dat het wetenschap
pelijke gehalte, dooreengenomen, niet belangrijk afwijkt in het
eene jaar, vergeleken bij het andere, dan kan door eene statistiek
gevonden worden, hoeveel subalterne officieren gemiddeld de
geschiktheid verwerven voor den hoofd-officiersrang, of juister
uitgedrukt, hoeveel dien rang verkregen, omdat gevallen niet
zijn uitgesloten, dat voor den hoofd-officiersrang geschikt ge
oordeelde officieren, toch vóór het behalen van dien rang het
leger verlieten. In Bijlage B is het verloop van een 5 tal promo
ties aangegeven. Daaruit volgt, dat in de laatste jaren 25 a oO
°/0 van eenzelfde promotie den hoofd-officiersrang behalen.
°Nu zijn van 1890 t/m. 1906 910 2e luitenants tot dien rang
benoemd of gemiddeld 53.5 per jaar. Volgens den gestelden
regel, zullen dus hiervan gemiddeld 30 of 16 den hoofd
officiersrang behalen, zoodat indien er slechts plaats is vooi 13,
elk jaar 3 zullen moeten wachten. Na vijf jaar is dus de ge
middelde tijd om dien rang te kunnen verkrijgen met 1 jaar
toegenomen.
Kunnen door uitbreiding der formatie jaarlijks 14 kapiteins
worden bevorderd, dan wordt het verschil 2, en dus het tijdstip,
hier genoemd, na 16/2 8 jaar bereikt, ergo die ongewenschte
toestand drie jaar verschoven.
De gemiddelde jaarlijksche aanvulling van 2e luitenants op
n stellende, het dat daarvan hoofd-officier wordt p en de
jaarlijksche benoemingen tot dien rang g, dan is een regelmatige
bevordering gewaarborgd indien np q; snelle promotie woidt
verkregen door np<Cq en sen steeds trager gaande, wanneei
np>q. In het laatste geval verkeert de infanterie.