999 enkele grond aanwezig is om te verwachten, dat de noodzake. lijkheid van die tijdelijke uitbreiding zal ophouden te bestaan- 6. Een plaatselijk commandant te Magelang. 7. Aan het hoofd van de Militaire School te plaatsen een hoofdofficier, teven inspecteur van het militaire onderwijs, aan wien dan zoowel de zorg voor de belangen van de officiers- als van de kaderopleiding wordt toevertrouwd. 8. Te bepalen, in overeenstemming met het aangenomen begin sel voor het Nederlandsche Leger, dat van de luitenant-kolonels en majoors, daaronder gerekend de hoofdofficieren geplaatst bij den plaatselijken staf, in de formatie van het wapen der infanterie begrepen, de helft den rang kan bekleeden van lui tenant-kolonel en de helft dien van majoor 1). De gevolgen van deze uitbereiding voor de promotie zijn hier boven reeds uiteengezet. Doch we zijn daarmede nog niet van het wanhopig overcom pleet af in de luitenantsrangen. Een geringer aantal luite nants is alleen in de toekomst te verkrijgen door de aanvul ling gedurende een geruimen tijd laag te houden. Van het nu bestaande overcompleet raken we eerst in 1914 of 1915 bevrijd, indien andere factoren daaraan niet medewerken. Aan een van die factoren, de eenig deugdelijke, die eene ge regelde opschuiving zal verzekeren, zij hier een korte bespre king gewijd. Het is het bevorderen van het verlaten van den dienst, voor die officieren, welke liever hun werkkracht op een andere wij ze willen benutten. Wel staat die weg aan allen open, doch met verlies van alle aanspraken op pensioen, tenzij physieke ongeschiktheid aanwezig is tot het verder waarnemen van den actieven mili tairen dienst in Nederiandsch-Indië. De ontslagen officier die onvoorwaardelijk overgaat in den burgerlijken dienst, kan eerst na een verblijf daarin van 5 voor burgerlijk pensioen geldende dienstjaren, zijn militairen diensttijd ook voor pensioen in aan- 1) „Yredesorganisatien I" 19C5 Nel. Leger. ad. 6. Yan de luit.- kols. en majoors, die in de formatie van het wapen der inf. zijn begrepen, kan de helft den rang bekleeden van luit. kol. en de helft dien van majoor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 351