1003 elders te benutten: ontegenzeggelijk een voor den Staat veel oeconomischer wijze van handelen. Het bepalen van de verhoudingsgetallen tusschen de ver schillende rangen bij de wapens is achterwege gelaten, omdat er ook een eisch der oeconomie is waarvoor ten slotte alles bukken moet. Men raadplege liever Bijlage A en den tegenwoordigen toestand. Het vorenstaande bevat eenige factoren, die van invloed zijn op eene regelmatige bevordering. Al moge nu uit een nuttigheids oogpunt, om eens een voorbeeld te noemen, slechts een klein ge tal hoofdofficieren strikt noodig zijn, er zijn nog andere factoren, waarmede ook onafwijsbaar rekening moet worden gehouden. Bezien we het bevorderingsvraagstuk nu eens los van dorre cijfers en bepalingen, maar uit een ethisch oogpunt, dan zal in de eerste plaats iedereen toegeven, dat een snelle bevordering de eenige voorwaarde is voor een frisschen opgewekten geest. Men kan niet alles met geld alleeD bereiken. Ik ben liever majoor met 600 gulden 's maands, dan kapitein op dezelfde be zoldiging, omdat er een leeftijd komt, waarop men een werk kring van meer zelfstandigheid vraagt. Die eisch dringt in de tropen spoediger dan in koelere wereldstreken, aangezien lichaam en geest hier eerder slijten, en het dus zaak is, de hoogere betrekkingen door niet te oude mannen te doen be zetten. Wordt daaraan niet de hand gehouden, dan zijn energie en jonge kracht verbruikt tegen den tijd, dat nieuwe en hoogere eischen gesteld moeten worden, en komt de leiding in handen waarvan de kracht verslapt is. Doch er is meer, en de toestand van de laatste jaren wijst er op. Biedt de toekomst aan den ambitieusen staatsdienaar slechts vage vooruitzichten in een onbestemd verschiet, doordat de bevordering voortdurend langer op zich laat wachten, dan zullen geleidelijk de beste krachten, en dat zijn zij, die nog genoeg energie in zich voelen om wat anders aan te vangen, wegvloeien en in hoofdzaak alleen zij overblijven, die dat wachten niets kan derenmits het grootst mogelijke aantal sterren maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 355