1005 per jaar bij een wapen het gemiddeld verlies aan hoofdoffi cieren 15 zal bedragen, en dat de gemiddelde jaarlijkscbe aan- vullig van nieuwe officieren, om een rond getal te bezigen, 50 is, dan wordt, zooals vroeger is uitgelegd, een goede geregelde opschuiving verzekerd, indien gemiddeld per jaar van elke promotie ook niet meer dan 15 kapiteins hoofdofficier worden. Men schiet dan elk jaar een promotie op. We hebben hiervoren al met een enkel woord aangetoond, hoe in de toekomst de bevordering steeds later zal plaats hebben, indien er steeds meer candidaten behouden worden dan plaatsen aanwezig en indien niet gebroken wordt met het ancienniteitsstelsel zonder meer van Algemeene Order 1860 No. 13. De basis voor de be vordering is de beoordeeling. Deze moet den Legercommandant instaat stellen, te beslissen, wie in aanmerking komen voor den hoogeren rang en wanneer tengevolge van het bestaande stelsel van beoordeeling de oogst te groot is, moeten de eischen ver zwaard worden. Het Leger heeft er recht op, dat alleen de bes ten uit de besten worden gekozen. De couranten geven bij herhaling artikelen, ellenlang, over krijgstucht, slechten geest enz., halen oefeningsstelsels erbij, Japan en wat niet al, de een om te bewijzen dat het goed, de ander, dat het slecht gaat en denken er niet aan, dat het oog van den meester alles is. En de korpscommandant is tegen woordig de meester. Hij behoort te zijn, zooals punt 12 van de Leidraad voor oefening en opleiding der infanterie uitdrukkelijk wil, de mees ter in kennis, ontwikkeling, ervaring en stipte plichtsvervul ling. Als belooning voor langdurigen trouwen dienst wordt het hoog tijd, dat onze bepalingen worden verrijkt met een artikel als No. 24 van de Pensioenwet 1902 (Ned. Landmacht), luidende: De officier beneden den rang van hoofdofficier, die in den rang, naar welken zijn pensioen moet worden berekend, een werkelijken dienst van zes jaren telt, erlangt boven het pensioen waarop hij recht heeft (volgens eenige vorige artikelen), eene verhooging van een tiende gedeelte van dat pensioen Voor elk jaar werkelijken dienst, dat hij langer denzelfden rang bekleedt, wordt het pensioen nog met een zestigste deel verhoogd, met dien verstande, dat de geheele verhooging over niet meer dan twaalf jaren verleend en der- I. M. T. 1908. 65

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 357