1006 De andere drie zinsneden geven alleen toelichtingen. Wanneer de cijfers hier worden gewijzigd overeenkomstig onze behoef ten, dan kan een kapitein of ritmeester het brengen tot 2400 gld. pensioen en krijgt de majoorsrang een zuiverder standpunt. Wie in de gelegenheid daartoe is, leze eens de memorie van toelichting over dit beginsel. Om nu de kans te ontgaan, dat van een promotiejaar van buitengewoon goede krachten een zelfde aantal in aanmerking zoude komen voor een gouden kraag, als van een middelmatig of zeer gewoon jaar, moet bij de keuze rekening worden gehouden met den te verwachten oogst uit een of twee volgende jaren, zoodatdrie promotiejaren eens A, B en C noemende, volstrekt niet noodig is dat 15 van A., 15 van B en 15 van C worden bevorderd, als een combinatie van bijvoorbeeld eerste jaar 15 A tweede jaar 2 A en 10 B en 8 C en derde jaar 15 C beter is omdat na vergelijking uit A 17, uit B maar 10 en uit C 18 in aanmerking behooren te komen. Er moet steeds rekbaarheid zijn. Het jaarlijkse!) verlies is van zooveel afwisselende factoren afhankelijk, dat eenige ruimte moet worden gelaten. Met opzet is lang stil gestaan bij den overgang van den kapi teins (ritmeesters) rang naar den majoorsrang omdat deze over gang de belangrijkste is. De bevordering van luitenant tot kapitein is afhankelijk van het verlies in den kapiteinsrang; ongeschiktverklaringen komen betrekkelijk weinig voor, waartoe ook al weer bijdraagt de oude redactie van onze pensioenregeling, die niet toelaat, dat iemand na 5 of 10 jaar met een klein pen sioen of onderstand voor 5 jaren het leger verlaat, 't zij op verzoek, 't zij wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid om in den verkregen rang te blijven dienen. Er moet al heel wat gebeuren eer men een luitenant van 12 halve tot geen hooger bedrag dan een vijfde gedeelte van het pensioen wordt vastgesteld. Ingeval hij bij zijne pensionneering een hoogeren rang bekleedt dan dien, waarnaar het pensioen moet worden geregeld, wordt de tijd van werkelijken dienst, door hem in dien rang doorgebracht, gerekend bij de jaren, welke krachtens dit artikel recht geven op verhooging van liet pensioen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 358