1010
2. Door het overcompleet in de luitenantsrangen wordt de
promotie tot kapitein belangrijk vertraagd (Vandaar dat bij de
genie met een chronisch incompleet de promotie veel vlugger
gaat).
3. De verhouding van het aantal hoofdofficiersplaatsen tot
die voor kapiteins is bij de infanterie aanmerkelijk ongunstiger
dan bij de artillerie.
4. Verbetering van ad 2 moet niet gezocht worden in uit
breiding van het aantal kapiteinsplaatsen, aangezien de ver
houding tot de hoogere rangen dan nog moeilijker zal zijn te
brengen op een billijk getal.
5. Bij alle toekomstige uitbreidingen en inkrimpingen moet
steeds op de onderlinge verhoudingen worden gelet.
6. Voor de bevordering tot hoofdofficier worden van elk pro
motiejaar (of van drie opeenvolgende jaren) in den regel niet
meer candidaten in aanmerking gebracht dan jaarlijks vermoe
delijk geplaatst kunnen worden.
7. Het verblijf in den hoogsten rang bij elk wapen worde
aan een vasten tijdduur gebonden, die door de Regeering kan
worden verlengd.
8. Uit de hoogste hoofd- en opperofficieren die ter beschik
king zijn gekomen wordt een raad van 3 leden gevormd, die
gehoord moet worden in alle zaken van beoordeeling en be
vordering.
9. Eene pensioenregeling, die rekening houdt met den dienst
tijd van den officier, hetzij op den voet van het reglement voor
den burgerlijken dienst, hetzij op den voet van de pensioenwet
van 1902, zal de bevordering in zuiverder banen voeren.
10. Een goed bevorderingsstelsel doet de beste krachten voor
het leger behouden blijven.
Wij sluiten met de verklaring van den Minister van Koloniën
in zijn antwoord op het voorloopig verslag over de Ind. Be
grooting van 1908, dat hij het van het hoogste belang acht,
dat bij het korps officieren van het Indische leger een frissche
en opgewekte geest blijve heerschen, omdat hij de overtuiging
heeft, dat het moreel van den troep daarbij wel zal varen.
A., van Hengelo.