VERLIEZEN
Infanterie
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
10
7
100
1
107
Bijlage C.
Verhouding: van Verliezen en Aanvullingen over 1898—J 907.
T3
a
dus gemiddeld.
48
42
43
29
41
49
48
53
38
ca
a
O
H
Cavalerie Artillerie Genie
T3
O
I S3
62
56
53
41
54
57
58
58
52
38
529
53
Mil. Adm.
c3
ca
-M
O
11
6
11
7
7
6
5
5
5
6
20
69^
7
Op 1 Nov. 1907 bedroeg het overcompleet
bij de Infanterie
Aan de formatie der onderluitenants ontbreken
er nog
[2e alinea 59 Legerformatie [Stbl. 1901
no.l66]_
Totaal
88
12 welke plaatsen nu
door 2e luits. zijn
ingenomen.
100
TE VERWACHTEN
AANVULLING.
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
Van de mil. Acad.
Hoofdcursus.
Inl. officieren.
Rekenen op een verlies
geeft meer of minder.
Bestaand overcompleet
wordt
35
16
38
20
37
12
3
14
7
10
12
7
10
12
O
10
12
6
10
12
6
10
Totaal
305
51
51
58
51
52
51
31
51
29
51
28
51
28
51
-8
51
0
100
-20
108
-22
88
-23
66
—23
43
-23
20
100 j 107
108
88
66
43
20
—3
Alle omstandigheden overigens gelijkblijvende, zijn we in 1915
door het overcompleet. Intusschen zal het cijfer 10 der Inl. officieren
wel wat lager worden en kan misschien door overgang in burgerlijken
dienst wel op een hooger verlies dan 51 worden gerekend.