1018
Daarentegen geeft de afstand, waarop die lijnen zich van
elkaar verwijderen, tevens den tijd aan, waarmede de bevordering
vooruit dan wel achteruit gaat.
Vooruit is op de grafiek naar rechts, achteruit naar links.
De 100de lijn is de behoefte bij een zekere formatie; voorde
tegenwoordige is het de 13 lijn.
Wat is uit cle grafiek te lezen-.
De blauwe lijnen, die van aanbodde roode, die van vraag
noemende, woidt dadelijk afgelezen, dat voor de vraaglijn 13
(dus voor de tegenwoordig geldende formatie hoofdofficieren der
Infanterie) bij 20°/0 aanbod, in 1917 de bevordering met 1,7
jaar zal zijn vooruitgegaan bij de tegenwoordige, doch bij be
houd van de 30% aanbod 0,8 jr. achteruit (lett c). Onder lett b
en a is af te lezen voor en achteruitgang in 1916 en 1917.
Lett, d is de vooruitgang bij een vraaglijn van 14 (hoofdoff. p/i.),
lett e hetzelfde bij 15.
Besluit. De lijn van aanbod moet in de toekomst lager vallen
en die van vraag hooger. Een gunstige toestand heerscht als
de vraag iets hooger is dan het aanbod.
Het dalen van de aanbod (blauwe) lijn is te bevorderen door
a. eene strengere beoordeeling.
b. verbeterde pensioenregeling.
c. bevordering van het onvoorwaardelijk overgaan in 's lands
burgelijken dienst (als het capitulantenstelsel).
d. minder aanbod van de opleidingsinrichtingen. Hiervan
is alleen heil te verwachten voor verbetering der promotie tot
hoofdofficier tegen 1930 (promotie 1910—20 jaar).
Bit als tijdelijke maatregel om door een overcompleet te komen
want winst en verlies moeten gelijk blijven.
Het verhoogen van de roode lijn wordt verkregen door:
a. uitbreiding der formatie aan hoofdofficieren.
b. de bepaling, dat zij, die recht op pensioen hebben en niet
verder voor bevordering geschikt zijn, hun ontslag moeten nemen.
c. het aantal majoors gelijk te maken aan het aantal luit.
kolonels, op gelijke wijze als voor de Nederlandsche landmacht
is vooi geschreven, waardoor het verblijf in den majoorsrang wordt
bekort en dus eerder het pensioen als luit.-kol. is bereikt.