1051
(1 compagnie) langs den weg Z.-rand Wedi Lela Tjabejan
Karang Doerèn op. Bij laatstgenoemden Kg. sloten de twee
vooruitgeschoven compagnieën aan. De commandant der N.-partij
dacht dat de rechtervleugel der vijandelijke stelling gelegen
was bij Kg. Kali Gintoengan in plaats van bij Kg. Kali Gin-
toeng.
Om 8.50 v. m. kwam het bericht, dat het naar Dompjong
gezonden Bat. om 7 v m. te Nganggroeng was aangekomen, dat
de vijand vermoedelijk stelling genomen had in de lijn Kg.
Temon Kg. Kali Gintoeng en dat de commandant over Tja
bejan en Koentjen den rechtervleugel zou aanvallen.
Niet wetende ot Dompjong bezet was, handelde dus hier de
commandant tegen de bevelen van den bevelhebber. Was die
hoogte door de tegenpartij bezet, dan had de bataljons-comman
dant in een benarde positie kunnen komen. Had hij te be
schikken gehad over eene kleine afdeeling Cav., dan had hij
spoedig kunnen weten of Dompjong al of niet bezet was. Nu
moeten wij het door dien commandant genomen besluit ver-
oordeelen.
Gelukkig voor de N.-partij kwam 5 min. later bericht van
den commandant der vooruitgeschoven Cav., dat deze met 2
pel. te 7.25 v. m. te Dompjong was aangekomen, slechts kleine
Cav. patrouilles had ontmoet, Dompjong onbezet had gevonden
en daarop ter verkenning van den Z.-oever der Kali Gading
naar Tjoekil was opgerukt.
Om 9 uur werd „schorsen van de manoeuvre" geblazen en
beslist, dat de Z.-partij terug moest trekken. Aan den partij
commandant werd tijd gegeven om te beslissen, wat hij wenschte
te doen. Deze trok in breed front recht achterwaarts terug
en kwam opnieuw in stelling achter de Kali Gading.
Men zal ons wel willen toegeven, dat tegenover een ver
volgenden doortastenden vijand het een onmogelijkheid was
geweest om 2 K. M. achter de verlaten stelling wederom in
stelling te komen.
Zij had dan ook niets anders kunnen doen, dan snel achter
de kali Gading terug te trekken en onder dekking vau een
achterhoede den terugtocht voort te zetten.
Ofschoon wij uit het vorenstaande de verrichtingen van de