690 Is de massa met een bepaald doel bijeengekomen, zijn de individuen dus door het feit van de bijeenkomst verbonden, voor eenige moreele of materieele zaak (godsdienst, vaderland a. a. z.), dan heeft die massa als zoodanig een eigen karakter. Vroeger meende men, dat dit karakter een afspiegeling zou zijn van de deugden en gebreken der individuen, die de menigte vormen. Ook de toenmalige wijsbegeerte stond op dit stand punt en Spencer gaf een definitie van de menigte in de volgen de woorden: De som, of beter het gemiddelde der moreele en intellectueele eigenschappen van de individuen, die haar samen stellen. Van deze meening is men tegenwoordig teruggekomen. De massa heeft haar eigen gemeenschappelijke ziel en een gemeen schappelijk karakter, waardoor haar gewaarwordingen, gedachten en handelingen beheerscht worden; het karakter en 'tintellect van elk der samenstellende leden wordt min of meer gewijzigd, de persoonlijkheid van ieder op zichzelf gaat verloren, de mas sa wordt tot individu. Evenwel doet zich dit psychologisch verschijnsel, zooals we zagen, niet bij elke menigte voor; bepaalde oorzaken moeten medewerken om dit te verkrijgen. De menigte, die aan bovenstaande beschrijving voldoet, wordt psychologische menigte of psychologische massa genoemd. Het nieuwe karakter, dat de menigte verkrijgt, vindt zijn oorsprong in verschillende factoren, als: lo. De macht van het aantal. Het individu voelt zich als deel eener menigte tot op zekere hoogte onoverwinnelijk en straffeloos; daardoor worden daden bedreven, die de enkeling nalaat uit vrees voor straf of uit vrees voor een tegenstander. 2o. Het gevoel van onverantwoordelijkheid. Het tegenover gestelde, het gevoel van verantwoordelijkheid voor eigen daden, dat elk individu eigen is, verdwijnt in de massa, die ano niem is. 3o. De vatbaarheid voor suggestie, die zeer vermeerderd wordt in alle samenstellende deelen der massa; de psychische ontvankelijkheid, de vatbaarheid voor anderer meening wordt enorm vergroot; een idéé, door één persoon geopperd, wordt zonder critisch onderzoek met wild gejuich ontvangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 40