1065 Soepbereiding. In eene circulaire van den legercommandant dd. 23 Juli 1908, wordt de aandacht gevestigd op eene nieuwe wijze van soepbereiding, welke eene grootere besparing van brandhout geeft. Deze wijze van koken werd reeds geruimen tijd voor het bekend worden dier circulaire met succes toegepast bij mijn detachement, doch ze is ook reeds meer dan een half jaar vervangen door een andere, waarbij veel minder hout gebruikt wordt, n.l. door eene hooikist te gebruiken Het vleesch, dat voor de soepbereiding bestemd wordt (beenderen met het daarom heen zittende vleesch) gaat om een uur of vier in den ketel (kookketel middelsoort) met alle andere ingrediënten en wordt dan tot vijf uur gekookt. Na afloop hiervan wordt de ketel direkt in de hooikist geplaatst en deze gesloten. Daarna wordt den volgenden morgen om tien uur de ketel e - weer uitgenomen en de soep driekwartier flink door geroerd. Alleen wordt dan, voor zoover het noodig mocht zijn, naar gelang van den smaak wat zout toegevoegd. Dikte hooiwand 25 c.m. Voor verzuren bestaat geen vrees, terwijl de kwaliteit der soep zeer goed is. „Tot handhaving van mijne neutraliteit" zij nog medegedeeld, dat ik in deze niet mijn eigen waar aanprijs, doch dat deze maatregel door mijn voorganger genomen was. Th. De hooikist is met veel succes in Weltevreden beproefd en zal zeer waarschijnlijk in de nieuwe meuagevoorschriiten worden opgenomen. Red. Optische Seindienst. Overbodig mag het heeten het groote nut te betoogen, van goed geoefend seinpersoneel bij het Leger. Er bestaat een voorschrift, hetwelk eene methode van seinen bevat, door den heer Le Cocq d'Armandville terecht gewraakt wegens hare langzaamheid van berichten overbrengen. Een ander euvel, dat belet een gunstig resultaat 'te verkrijgen, is gelegen in de bepaling dat het kader en per groep 2 manschappen in den optischen seindienst worden geoefend, zonder daarvoor eenige beloo ning te ontvangen. Wil men in ernst verkrijgen, dat de troep beschikken zal over orga nen voor den seindienst, dan is het noodzakelijk, dat het personeel daarmede belast, vast worde, dat het eene proef aflegt van bekwaam heid en bij gebleken geschiktbevinding beloond wordt. Wij wenschen derhalve bij het Leger in te voeren een graad die bij de Marine al lang bestaat, nam. dien van „Seiner", met een onder- scheidingsteeken op de mouw, en een premie in geld bij aanstelling. v. S. Verlof aan mindere Militairen. De minister van Oorlog in Nederland schreef het navolgende aan de commandeerende officieren van korpsen der landmacht, gedeeltelijk uit militie samengesteld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 421