1068 Halt! Een signaal weerklinkt. Geeft acht!Het «revec.hts- bevel wordt bekend gemaaktDe orders worden uitgegeven, kort en beslist. En ze luiden als volgt: „Het is ten strengste verboden om schade aan te richten; iedereen blijft op den weg." En "verder niets. Wat is dat? Daaraan had de jonge soldaat in bet geheel niet gedacht. a, het is waar, de oogst staat op het veld. En belangrijke schade zou worden aangericht door de velden te vertreden, belangrijk en kostbaar. Wenkbrauwen fronsen zich. Het ontworpen plan ontspint zich niet tot een manoeuvre met opgeloste troepen neen, het wordt een vermoeiende marsch in hitte en stof, zonder eenig belang, met onophoudelijk halt houden en afmattend voortrukken, men doet niets meer dan op het exer citieterrein, wellicht minder. Iedereen hoopte op wat anders, verwachtte iets nieuws tn de ontgoocheling is op ieders gezicht te lezen. Maar daar begint toch iets wat op een manoeuvre moet lijken. De lust is er echter al uit. Leemten, die men eerst niet had op^e- merkt, treden te voorschijn, alle gebreken van deze manoeuvre toonen zich m den loop van den dag. Het legiment bestaat uit drie bataljons van drie compagniëen slechts, met een sterkte van niet meer dan zestig man, zoodat de bataljonscom mandant met meer onder zijne bevelen heeft dan één volledige compag nie op oorlogssterkte en de kapitein niet meer dan een sectie, de luite nant slechts vijftien man commandeert! Het schijnt, dat de gelden, waarover men te beschikken heeft te weinif zijn om het geheel op zijn sterkst aan de manoeuvre te doen deelne^ men. Men heeft per compagnie minstens 30 man in de kazerne moeten achterlaten, want op een sterkte van 115 man totaal per compagnie ziin er toch zeker 90 present Zou het niet veel meer aan te bevelen zijn geweest om slechts één batajon te vormen van 4 compagnieën tot eene sterkte, die zooveel mo gelijk de oorlogssterkte nabij komt? en dan goed geëncadreerdWelkeen genoegen, welk een lust zoo'n compagnie, zoo'n bataljon op oorlogssterkte te kunnen aanvoeren en welke goede lessen zou iedereen hieruit trekken. Maar, zal men ons tegenwi-rpen, dan kunnen niet alle officieren en kader bij deze manoeuvre tegenwoordig zijn en er profijt uit trekken. Het woord „profijt trekken" is hier eene bespotting. Profiteeren dan zij er van, die zich een verkeerd oordeel zullen vormen en een verkeerd oog op de zaken krijgen door den scheeven toestand En bovendien, wat heelt dat voor bezwaar. Volgende week, volgende maand of volgend jaar zuilen zijdie thans niet mee zijn geweest, het commando voeren. En op deze wijze zal toch iedereen in eiken graad en eiken rang minstens 'we0 of drie maal in de gelegenheid zijn zijn toekomend commando op oorlogssterkte onder zijne bevelen te hebben. En is zulks niet werkelijk noodzakelijk? Want die terreinplooi, die muur, die heg, welke de officier kiest als dekking van zijne compagnie -j sl?chts een geraamte is van de werkelijke sterkte, zal in wer kelijkheid niet meer dan eene sectie bescherming bieden. De afstanden de tussehenruimten, het gevechtsfront, de tijd om de afdeelingen te ont wikkelen, die hij in zijn oog en in zijn geheugen heeft geprent, hij zal ze met terugvinden, wanneer daarginds op het slagveld het signaal weer klinkt. Hij zal met schrik die 250 man sterke compagnie aanzien, die hij onder zijne bevelen krijgt, een bataljon gelijk bij vredesmanoeuvres, ter-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 424