1071
Johann Gustav Droysen over den Algemeenen Dienstplicht.
„Onze algemeene dienstplicht is het beste wat er is, zoowel voor onze
jonge mannen als voor ons vaderland en zelfs voor Europa. Ten eerste
is hij een uitstekende school voor lichamelijke oefeningen. Hij verlengt
den levensduur onzer mannen met gemiddeld 10 jaar en vermeerdert
de lichaamskracht met 25 Inplaats van een verlies aan lichaams
kracht geeft hij een aanmerkelijke winst. Ten tweede is hij eene wer
kelijke school voor geestelijke ontwikkeling. Elke compagnie is als eene
schoolklasse die door de officieren der compagnie over de gewichtigste
onderwerpen der practische wetenschap wordt onderricht. De lagere of
ficieren worden door de hoogere onderricht en het geheele systeem heeft
de hoogste sport van zijn ladder in de Kriegsacademie in Berlijn, waar
de hoogere officieren, niet alleen het Duitsche militaire systeem, maar
ook de toestanden en hulpmiddelen van eiken aard en alle naties be-
studeeren. Ten derde is de algomeene dienstplicht eene school voor goede
zeden. Gedurende hunnen diensttijd zijn onze jonge mannen gedwongen
van alle luxe en alle uitspattingen afstand te doen en strikte orde
en strenge discipline in hunne levenswijze en hunnen arbeid in te
voeren. Ten vierde is hij eene school der beleefdheid. Hij verlangt
van onze jonge mannen behoorlijke gedragingen in hunne onderlinge
verhouding en achting voor hunne meerderen. De grootste boer wordt
daardoor veranderd in iets wat op een gentleman lijkt. En ten slotte
is hij eene school voor vaderlandsliefde en nationale ontwikkeling. Hij
heft de jongelingschap uit hare voegen van zelfzucht en eigenbelang
op en geeft hen een levensideaal ter bezieling van het verhevene en
zelfvergetende nl. het welzijn van hun vaderland. En hij voert onze
jongelingen uit verschillende deelen van het land samen, in dezelfde
compagnieën, bataljons en regimenten, waar zij elkander leeren kennen
en een netwerk van vriendschapsbanden vlechten, dat zich over het
gansche land uitbreidt, dat de plaatselijke vooroordeelen en ijverzucht
te niet doet en de nationaliteiten aan elkaar knoopt en vasthecht, zoo
wel politiek als moreel.
(Nette Mil. Blatter No. 23).