692
Het karakter der menigte kan zich naar gelang van omstan
digheden zoowel in goede als in slechte richting ontwikkelen,
het gehoorzaamt evenzeer aan edele en tot zachtzinnigheid nei
gende drijfveeren als dat het ruw en bloeddorstig zijn kan. Dooi
de enorm vergroote vatbaarheid voor suggestie kan naar gelang
der inwerkende invloeden eenzelfde .menigte evengoed den eenen
als den anderen kant opgaanbij alle psychologische massa's
geven invloeden en voorbeelden de richting aan het karakter
der menigte. Daarom ook zijn de leiders in den waren zin de
hoofdpersonen en feitelijk alleen verantwoordelijk voor het ge
drag der menigte.
Een menigte, plotseling bijeengekomen met eenig doel, voelt
de dringende behoefte aan een aanvoerder; haar eerste wensch
is te gehoorzamen aan een leider, haar eerste gedachte dien
leider te hebben. Is de menigte niet toevallig bijeen, dan moet
de wil die haar samenriep, haar ook den aanvoerder bezorgen.
Heeft dus de leider een overheerschenden, bijna allesvermo-
genden invloed op de massa, omgekeerd oefent de massa ook
invloed uit op den leider: hij wint aan doorzicht, initiatief en
energie door net feit, dat hij de kracht der geheele massa in
zijn persoon geconcentreerd voelt, wat bij den waren leider nog
vermeerderd wordt door het gevoel van verantwoordelijkheid,
dat weer door de energie gesteund wordt. Bij gebrek aan
energie krijgt het gevoel van verantwoordelijkheid de overhand,
gepaard met vrees voor de gevolgen, waardoor doortastendheid
en onversaagdheid verminderen of verdwijnen.
Behalve door den persoon van den leider kan op het karak
ter der menigte in gunstigen zin gewerkt worden door slechte
invloeden tegen te gaan en slechte daden te voorkomen.
Mede door deze middelen, vastgelegd in de organisatie van
het leger en in de handhaving eener strenge discipline, moet
het leger gemaakt worden tot eene geleide psychologische massa.
Het leger toch, en in hooger mate het leger te velde, als een
verzameling menschen met eenzelfde doel bezield, heeft evenzeer
zijn „ame collective" als elke andere menigte. Al zijn de aandoe
ningen en indrukken van zulk een gemeenschappelijke ziel ook
soms vluchtiger, steeds plotselinger en meer onnaspeurbaar dan
van die van den enkeling, al zijn ze ook zooveel moeilijker