1117
staat tot het individu veel overeenkomst vertoont met die van
een werkgever tot een werknemer. Zou men niettemin daarin
de nieuwe leer willen toepassen, dan zou nren niet alleen het
onmogelijke wenschen te bereiken, doch bij de pogingen daar
toe zich bovendien schuldig maken aan groote onvoorzichtigheid.
Eene verkeerde leiding van ondergeschikten door den werkgever
zal zich immers in dagen van strijd nog ernstiger wreken dan
een verkeerde leiding van kinderen door hun vader, met welke
laatste verhouding men die van den staat tot het individu in een
nationaal leger kan vergelijken.
Uit het vorenstaande volgt van zelf, dat in ons leger geen
plaats is voor een dergelijke leer en hare toepassingen. De om
standigheden, waaronder en waarmede hier in Indië gearbeid
moet worden zijn zoo absoluut en in elk opzicht in strijd met
die, welke als haar minimum levensvoorwaarden moeten wor
den aangemerkt, zij zijn bovendien zoo voor het grijpen, dat
ik mij ontslagen mag achten hierover te moeten uitweiden.
Men heeft in ons leger geen bepaalde richting, geen nieuwe
en geen andere. Er is een tijd geweest, dat ons leger wèl een
bepaalde richting had, dat men in alle wapens althans vrijwel
dezelfde begrippen huldigde. Sinds deden verschillende uit
niet-beroepslegers overgenomen denkbeelden hun intrede en
werd de eenheid van gevoelen verbroken om zich niet meer te
herstellen.
Ons leger kan onder de tegenwoordige verscheidenheid van
inzichten ook geen bepaalde richting volgen, daarvoor drukt
elke wapenchef te zeer zijn persoonlijk stempel op zijn wapen;
daaraan is het ook toe te schrijven, dat thans het karakter dei
bepalingen en maatregelen bij het eene wapen soms zoo
lijnrecht indruischen tegen den geest, die bij een ander daarin
wordt gelegd.
Toch schermt men in ons leger en bepaaldelijk bij de in
fanterie gaarne met het woord nieuwe richting, en hoewel als
regel met dit begrip weinig of niets te maken hebbende, zou het
onrechtvaardig zijn te willen ontkennen, dat er onder deze
leuze bij dat wapen vele goede maatregelen zijn genomen en
veel vereenvoudigd is, wat werkelijk vereenvoudiging behoefde.
I. M. T. 1908. 72