1121 reglement, nl. de groote waarde door de Japanners gehecht aan het werktuigelijk excerceeren als middel tot onderhouding en bevestiging der krijgstucht. De aanhangers van de nieuwe leer hebben dit verworpen, eensdeels omdat zij niet geloofden, dat de op deze wijze verkregen tucht men was het er over eens, dat men tucht verkreeg die is, welke men noodig heeft, en voornamelijk omdat de in hun stelsel passende tucht op meer ethische gronden berust en dergelijke middelen niet be hoeft. De voordracht van den heer de Greve was ook daar door zoo belangwekkend, omdat de grootste tegenstanders van de gesloten excercitie de heer Graafland niet te vergeten meer malen met eenzelfden ijver op het succes der Japansche wapenen hebben gewezen om de juistheid van hun betoog te bepleiten, als Mavors nu zijn best dcet ons te doen begrijpen, dat een vergelijking met Japan niet kan opgaan door de zoo hemels breed verschillende toestanden daar en hier a). Waar de nieuwe richting bij ons geen toepassing kan vinden en het in den ban doen van de werktuigelijke excercitie niet de vrucht is van een vigeerend stelsel, doch als integreerend onderdeel daarvan is aangenomen, daar is de voordracht van den heer de Greve, die zooals Mavors terecht opmerkt „geacht kan worden op grond van eigen waarneming en persoonlijke ondervinding te hebben gesproken", van groote beteekenis en zijn wij hem dankbaar voor de verkondiging zijner denkbeelden. Door voor- en tegenstanders van de gesloten excercitie als tuchtmiddel is reeds zooveel geschreven en gesproken, dat het mij niet mogelijk is hieromtrent nog eenig nieuw licht te ont steken 2). Aangezien omtrent deze materie nog volstrekt geen overeenstemming is verkregen, de tegenstanders der gesloten excercitie op geen enkel nuttig effect kunnen wijzen, en de beste legers ter wereld als het Duitsche, het Japansche, het Bulgaarsche, ja zelfs een volksleger als het Zwitsersche in de- 1) Zie o. m. ook de discussie over: Een Nederlandsch Volkslegerdoor G. C. A. Fa- bius (Afl. VIII 1908 der Ver. t. b. d. Krijgsw., bladz. 776 en 777). 2) Zie o. m. Tactische beschouwingen over Inf. reglementen(Ned. Ver. t. b. d. Krijgsw. Ille Afl. 1905), de discussie daarover in de Ve Afl. 1906, de discussie over Een Nederlandsch Volkslegerin de VUIe Afl. van 1908 id. bladz. 707 en 108, zoomede het artikel van S. in Afl. 8 en 9 van het Ind. Mil. Tijdschr. 1906: vIs de in onze vredes- garnizoenen heerschende krijgstucht eene goede bladz. 629 t/m. 631.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 477