1122
ze anders leeren, daar kan ik het in den ban doen van deze
oefeningen voor onze soldaten en onder onze omstandigheden
door niets gerechtvaardigd achten. Onze honderdjarige onder
vinding, waarvan Mavors spreekt, heeft ons het afschaffen van
alle drill zeker niet geleerd.
Wat inderdaad tot de nieuwe richting valt te rekenen is een
verhoogde belangstelling in hetgeen men de levensomstandigheden
van het individu zou kunnen noemen. Toch beschouw ik deze
belangstelling niet als een uiting van datgene, wat men hier onder
dat woord verstaat, doch schrijf haar alleen toe aan het open
oor, dat de pers tegenwoordig in ons leger verleend wordt. De
wijze waarop immers een en ander tot uitvoering kwam, moet
aangemerkt worden als eene, die zich m. i. zelfs in een nationaal
leger en met een vruchtdragende toepassing van de nieuwe rich
ting bezwaarlijk met het tuchtsbegrip kan vereenigen. Hoewel
over dit laatste zeer veel te zeggen zou zijn, zal het met ver
wijzing naar den stand van het menage-vraagstuk x) voldoende
zijn te verklaren, dat de maatregelen, die het gevolg waren van
deze overigens zoo prijzenswaardige belangstelling in het lot
van den soldaat, voor ons leger zeer zeker niet geschikt en voor
den eerbied aan het gezag, het onderling vertrouwen en waar-
deeren hoogst bedenkelijk moeten worden geacht.
Of de krijgstucht en militaire geest, zoomede de geschiktheid
voor de oorlogstaak, dus de innerlijke waarde en bruikbaarheid,
er in ons leger door de heerschende begrippen op zijn vooruit
gegaan? Dit althans mag men verwachten het doel te zijn geweest-
Hoewei het antwoord op deze vraag volstrekt afhankelijk is
van de eischen, die men aan een en ander stelt, ligt het voor
de hand, dat de resultaten van de tot stelsel verheven uitvloeisels
eener niet in toepassing te brengen leer, weinig bevredigend kun
nen zijn. Oogenblikkelijke gehoorzaamheid zonder tegenspraak,
gepaste eerbied voor den meerdere, orde zich uitende in, doch
vooral buiten dienst, stipte plichtsvervulling en een flinke mili
taire geest, waardoor zich wel voor een ieder een goede krijgstucht
doet kennenik geloof niet, dat men er op is vooruit gegaan-
1) Zie het artikel van Centurio. nIs het tegenwoordig menagebelieer in strijd met eene
gezonde krijgstuchtin de Java-Bode van 29 Januari, en „Het menage-vraagstuk" in
het Ind. Mil. Tijdschr. 1908, Afl. 3 bladz. 302.