1124 weet genoeg van den geest, althans onder een groot deel van het Europeesche element, hem behoeft niet gewezen te wor den op zaken, die daarmede vergeleken, slechts kleinigheden zijn. Uit het voorgaande valt gemakkelijk op te maken, dat aller eerst het doen vervallen van vrijheid en vertrouwen als stelsel door mij noodig wordt geacht. Dit zou een tweetal ingrijpende veranderingen met zich brengen, nl. eerstens het vaststellen van een vast werkplan als in het Japansche leger voor de oplei ding zoowel van den troep als van de officieren in het leven werd geroepen en tweedens het invoeren van een streng gehandhaafde, nauwgezette en waardige controle op de verrich tingen en de vakkennis van het individu. Controle behoort stelsel, en zelfstandigheid de vrucht te zijn, en niet zooals men nu bijna geneigd zou zijn te denken omgekeerd. Zonder nauwgezette controle is beoordeeling, apprecieering van het goede en verbetering van het kwade, kortom is leering niet mogelijk. Waardige controle is niet synoniem met wantrou wen, waarvoor zij thans maar al te dikwijls wordt aangezien. Die controle mag slechts vrijheid en zelfstandigheid laten, wan neer men er van overtuigd is, dat het individu die begrippen oordeelkundig in praktijd weet te brengen, en ook dan zal zij nimmer geheel gemist kunnen worden. De jacht naar populariteit zal dan tevens verminderen, zoo niet geheel verdwijnen. Goede controle toch brengt het concessies doen aan reglementen en voorschriften, het anti-krijgstuchtelijk afdalen van sommige meerderen tot hun minderen binnen enge grenzen terug. Bonden in een leger zijn m. i. niet op hun plaats, niet in een nationaal leger en voorzeker niet in een beroepsleger als het onze. Ik ben er van overtuigd met deze woorden tegen het gevoelen van vele jongeren en zelfs van ouderen te spreken. Het bestek van dit opstel gedoogt niet mijn inzichten hieromtrent te verdedigen en men aanvaarde ze dan ook slechts als eene meening. Kan of wil men aan het bestaan dier bonden geen einde maken, dan zal voorzeker een grootere aandacht dienen 1) Zie Ind. Mil. Tijdsclir. No 2 van 1908 bladz. 174.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 480