1130 door de infanterie genomen stellingen en ondersteunen op die wijze het vasthouden daarvan. Waarom dan geen mitrailleurs of een granaatkanon 5 cM. daarvoor genomen, zullen misschien sommigen vragen. Dit is mijns inziens niet voldoende omdat de moreele uitwerking op den voorgrond staat. De mitrailleur ondersteunt ons eigen moreel niet en een granaatkanon onderdrukt dat van den vijand niet of onvoldoende. Evenmin lijkt mij een eenheidsvuurmond als van kapitein Gooszen, daar ik de veld- en de berg-artillerie ieder een geheel afzonderlijke taak toeken en zelfs al was de uitwerking op de grootere afstanden ervan voldoende, draagtrekdieren zijn nu eenmaal geen trekdieren der veld-art. en omgekeerd. Daarom wil ik aan beide vasthouden, maar de verhouding wijzigen en zou mij die als 1:2 of nog grooter denken en dus bij het Ned.-Indische leger (rekenende 2 a 3 vuurmonden per 1000 man) bijv. 12 batterijen a 4 vuurmonden berggeschut en 6 batterijen h 4 vuurmonden veldgeschut wenschen. M. C. Hoenkamp.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 486