1132
afdeelingen aan hare nachtrust onttrokken, ook weer ten nadeele
van de kracht van die afdeelingen. Men ziet dus dat de toe
voeging van de zoogenaamde „hulpwapens" niet altijd winst
is voor de infanterie.
De opmerkzame lezer van dit opstel, merkt waarschijnlijk
al, waar ik heen wil. "Welnu, ik zal het maar dadelijk zeggen
„Er is maar één Wapen en dat is de infanterie, al het andere
moet als „Wapen" vervallen.
Ik stel mij den toestand aldus voor:
Onze cavalerie is niet van noemenswaardige sterkte en is
bovendien steeds incompleet. Enkele malen heeft zij schitterend
werk geleverd, maar dient overigens voor niets. Werkelijk
nut heeft ze niet. Bovendien is de remonte een aanhoudende
zorg voor de regeering en verslindt veel geld.
De artillerie, wat betreft de vesting, heeft reden van bestaan
voorzoover het, de in het binnenland gelegen stellingen betreft.
De kustartillerie moet bediend worden door de marine, zoo
dat wanneer de kustforten mochten komen te vallen, geen
man van het landleger daarbij verloren gaat. De bezetting
moet geleverd worden doOr de marine-artillerie en door de
mariniers. Op deze wijze berust de geheele kustverdediging in
handen van de marine, is daarmede een afgerond geheel ge
schapen en is samenwerking van schepen en forten verzekerd.
Het landleger blijft zooveel mogelijk vrij van forten en hand
haaft dus een zeer actieven geest, vermoeit de vijandelijke landings
troepen enorm en helpt zoodoende de kustforten in de zwaie
taak. Wat er van de bezetting van de kustforten overblijft, is
altijd een zuivere aanwinst voor de, in het binnenland gelegen,
ingerichte versterkingen; te meer daar hierop niet gerekend
mag worden.
De lichte artillerie, d.w.z. de 3.7 c.M. behoort bij de infanterie
te worden ingedeeld. Ik kom straks hierop terug.
Verder dient er eene afdeeling bereden infanterie te worden
opgericht. Hierover zal ik uitvoeriger zijn.
Boven heb ik beweerd, van de cavalerie als wapen, niets te
willen weten. Dit hoofdzakelijk omdat dit dure wapen geen
voldoende rente afwerpt en bovendien zeer aan incompleet
onderhevig is en in oorlogstijd niet kan aangevuld woi den. Met