1133 mijne bereden infanterie beoog ik iets heel anders. Het is n.l. mijn wensch om bij mogelijke expedities een voldoend aantal infanterie van inheemsche paarden, van het land dus waar men ageert, gebruik te doen maken en deze bereden infanterie, laten wij aannemen per bataljon 50 man, ter beschikking van den bataljonscommandant te houden. Deze manschappen moeten in vredestijd reeds geoefend worden en zoo kom ik als van zelf op de organisatie van een bataljon infanterie, volgens mijn idée. Elk bataljon bestaat uit 4 compagnieën n.l. 3 compagnieën, als maréchaussée bewapende infanterie. Ieder sterk 200 man. De 4de compagnie bestaat bij de even genummerde bataljons uit: lste sectie: 2 stukken 3.7 c.M. met de bediening (die ook infanteristen zijn en als zoodanig ook hunne opleiding gehad hebben). Bij deze sectie worden reeds in vredestijd een voldoend aantal zich vrijwillig aangevende dwangarbeiders ingedeeld, die pas na goedgekeurd te zijn, worden toegelaten, plus 10 reservepersoneel. De 2de en 3de sectie bestaan ieder uit 25 man bereden in fanterie. Bij de oneven bataljons is de lste sectie van de 4de Cie. bewapend met 2 mitrailleurs. Overigens is alles hetzelfde. Om bij voorkomende gelegenheden, wanneer het blijkt dat bij een even bataljon mitrailleurs noodig zijn, hetzij bij expeditie hetzij om bij manoeuvres de bataljonscommdt. in de gelegenheid te stellen, zich in het gebruik van dit wapen te blijven bekwa men, hierin te voorzien, moet bij den brigadestaf eene reserve zijn van 4 stukken 3.7 c.M. en 4 mitrailleurs, (voor de oneven batajons). "Verder is het begrijpelijk, dat de manschappen van de 4de compagnieën, bij gedeelten uit de andere compagnieën vervangen moeten worden, zoodat langzamerhand alle manschappen in het gebruik der verschillende wapens worden geoefend. De 4de compagnie moet steeds compleet gehouden worden, hier mag nooit iets aan mankeeren. Om verder niet in de kosten te vallen van een groot aantal paarden te moeten aankoopen (in vredes-garnizoen), kan voor- loopig per bataljon dit getal op 25 worden gesteld. In oorlogs tijd moet het dan dadelijk door inkoop van inheemsche paarden I. M. T. 1908. 73

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 489