1136
die kameraden zijn uit hun midden voortgekomen, zijn en blijven
infanteristen. Ziedaar de band en de moreele steun, die door de
ineensmelting der wapens wordt verkregen en dezen moreelen
factor hebben wij in ons roemrijk Indisch Leger, waar wij
vaak in kleinen getale moeten optreden, hard noodig.
Guerilla.
Naschrift.
Onnoodig, dunkt mij, is 't hier te vertellen, dat bovenstaande
regels geen hatelijkheden zijn voor de Heeren van de hulp
wapens, maar alleen een betoog dat de Indische terreinen, vol
gens mij, het onderhoud van zulke hulpwapens, zooals zij nu
ingericht zijn, niet wettigen.
Wat de cavalerie aangaat lees o. a. het Boni-verslag in het
Ind. Mil. Tijdschrift, extra bijlage No. 21. Te beginnen met bldz.
2 al. 1, alwaar beweerd wordt dat de gevechtshandelingen
zich slechts tot enkele gevallen beperkt hebben. Verder dat
de cav. gebruikt werd (al. 3 bldz. 2) voor patrouilles, begeleiding
colonnes met zelfstandige opdrachten, oplichten van personen,
controleeren wegenaanleg, passencontröle, eskorteeren van auto
riteiten enz. Welnu, zouden al deze werkzaamheden niet evengoed
door de bereden infanterie kunnen gebeuren
Nu kan men zeggen: „Ja, maar in een oorlog tegen den B. V.
kunnen de officierspatrouilles, de verkenningen op groote schaal,
tot op groote afstanden niet gemist worden." Groot gelijk,
maar kan de cavalerie de officierspatrouilles leveren, zonder
het wapen merkbaar te verzwakken? Neen, daarvoor is het
wapen te klein. De escadrons kunnen geen officier, geen man
en geen paard missen. Een middel?
Welnu, laat ons aannemen dat mijn voorstel doorgaat, dat
er dus één korps officieren is, van één opleiding en verder slechts
één soort opleiding voor de manschappen, dus slechts één wapen.
Zoek uit al die officieren de besten uit (Hoogere Krijgsschool),
zoek verder uit het geheele leger, desnoods een honderdtal, van
de beste manschappen, koop een honderdtal prachtpaarden en