1150 - onvoorwaardelijk moeten worden opgevolgd 1). Znlke beslissingen benemen den aanvoerder natuurlijk reeds dadelijk de mogelijkheid eene op eigen aanschouwing en eigen beoordeeling van den gevechtstoestand gegron de zelfstandigheid te ontwikkelen. Dat dit middel dus alleen in geval van nood moet worden toegepast, behoeft geen verder betoog. De andere ten dienste staande middelen zijn: het doen vertoonen van de ver li es vlag 2) en het—t ij del ij kbuiten gevecht stellen van de betrokken afdeeling 3). Deze beide middelen zijn echter, op den aanvaller toegepast, zeer hard en recht onaangenaam voor den betrok ken aanvoerder, want zij schakelen zijne afdeeling, op welker medewer king de naasthoogere aanvoerder had gerekend, voor de volgende ge vechtshandelingen min of meer uit. Worden zij bij eenen onderaanvoerder meermalen in toepassing gebracht, dan zal hem de ontevredenheid zijner chefs wel op niet te misduiden wijze betuigd worden. Het gevolg daar van zal zijn, dat hij onzeker in het nemen van zijne maatregelen wordt, of dat hij zoo vol ondernemingslust en zoo zelfstandig hij oorspronkelijk ook mocht zijn nu eveneens zal gaan behooren tot de zooeven vermelde klasse van voorzichtige onder aanvoerders, die hun gedrag uitsluitend afhankelijk doen zijn van de mededeelingen der scheidsrechters. Het kan in 't geheel niet bestreden worden, dat de troep zich nog immer niet voldoende heeft gewend aan de handelingen der scheids rechters en dat deze licht schadelijk kunnen werken. Daarvoor, opdat dit niet zal geschieden, kan en moet in de eerste plaats de scheidsrech ter aan den vorm zijner beslissingen de grootste aandacht wijden. Scheidsrechterlijke beslissingen kunnen in twee in beginsel van el kander verschillende gevallen uitgegeven worden, namelijk öf na afloop van of gedurende eene gevechtshandeling. In het eerste geval betreft het bij voorkeur alle gelegenheden, waarbij het tot het gevecht van nabij is gekomen, al moge dit dan plaats hebben na de doorvoering van eenen aanval, dan wel bij een plotseling teza- menstooten der tegenstanders in een bosch, vóór eene plaats of waar ook. In dit geval moet eene bepaalde en bindende beslissing gegeven en op het opvolgen daarvan gelet worden 4). De scheidsrechter be paalt aan welke zijde het succes is, waarheen c. q. hoever de eene partij terug moet gaan, of de andere dadelijk dan wel eerst na zekeren tijd kan volgen als anderszins 5). Al moet ook in deze gevallen bij de scheidsrechterlijke uitspraken op vele dingen sterkteverhouding en verdeeling, voorbereiding door vuur, samenwerking van infanterie en artillerie, terrein en gebruikmaking van het terrein, toestand en tactisch 1) In onzen Leidraad manoeuvres punt 50 staat in de 4de zinsnede: mde scheidsrech ters geven hunne beslissing onverwijld en zonder opgave van redenen. Zij zijn verplicht zich ercan te overtuigendat door de betrokken afdeelingen overeenkomstig de genomen beslissingen wordt gehandeld. Wat moet gedaan worden, indien de scheidsrechter tot de overtuiging komt, dat op zijne beslissing geen acht wordt geslagen, geeft de Leidraad niet aan, hoewel ze in andere zaken tot in de kleinste bijzonderheden soms afdaalt. Men leze punt 25 slotzin. 2) Leidraad manoeuvres punt 52. 3) 52, 3e alinea juncto punt 35. 4) Vergelijk de punten 31, 84 en 50 van den Leidraad Manoeuvres. 5) Zie de punten 32, 34 en 35 L. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 506