1167 bied der Utmanzais voortrukten. Later volgde generaal Barrett over Killi naar Yakh Dand. Den 26sten Mei had omstreeks middernacht een onstuimige aanval plaats op de legerplaats van het Hoofdkwartier^ die lang duurde voor hij afgeslagen was. Met veel moeite werd de vijand uit'ümsa Killi op Yakh Dand teruggeworpen, waarbij hij ongeveer 200 man verloor. Daarop boden de stammen Mitai, Musa Ivhel en Ivan- dahari Safi hunne onderwerping aan, waardoor het mogelijk werd door het gebied der Dawazai tegen Ambahara op te rukken. Een afdeeling van de Utman Khels boden, in vereeniging met menschen uit Yamdal en Bajaur, ongeveer 3000 man sterk, in het doorsneden terrein der Fort- Hills hardnekkigen tegenstand, maar moest ten slotte tengevolge der uitwerking van het shrapnelivuur en der mitrailleurs wijken en vluchtte onder groote verliezen, vervolgd door het 21sie Cavalerie Kegiment. De vijandelijke stammen onderwierpen zich daarop, waardoor een van de ernstigste grensoorlogen succesvol eindigde. (Mil. Wochenblatt No. 70.) Engeland. De Lans. Het verkort Geweer. Een groot aantal cavalerieofficieren hoopt op de wederinvoering van de lans, schrijft de Army and Navy Gazetie, en laat bij elke gelegenheid blijken dat zij haar het volmaakste cavaleriewapen vinden, dat er bestaat. Welke diensten de lans instaat is te bewijzen, leert de geschiedenis van het door generaal Bacon in den Carlistenopstand in de eerste helft der ]9de eeuw opgerichte en aangevoerde lanciers-regiment. De tegenstanders van het wapen voeren als voornaamsten grond tegen haar aan, dat ze hinderlijk is bij het gevecht te voet. Deze bewering is echter niet steek houdend, want een goed afgericht, met de lans bewapend ruiterregiment kan, wanneer het dit wapen op de vroeger gebruikelijke wijze bevestigt, binnen de minuut met de karabijn bewapend tot het gevecht zijn afgezeten, paarden en lanzen overlatende aan de houders der handpaarden. De United Service Gazette gelooft niet aan de waarde van het nieuwe korte geweer, maar gelooft naar aanleiding van de vele bij haar ingekomen ongunstige berichten van werkelijk zaakkundige beoordeelaars van hand- vuurwapenen, dat het wapen vroeger of later in diserediet zal komen. De wijze waarop de aanneming er van geschiedde wijst daar reeds op. Eerst heeft men her, model aan de schietschool te Hythe ter beproeving gegeven en deze sprak zich na grondig onderzoek tegen de invoering ervan uit, daar het in vele opzichten minderwaardig is bij het oude lange geweer. Men zou nu gevoegelijk hebben kunnen aannemen, dat het geweer daarna niet in aanmerking kwam. Doch insteae daarvan heeft het Ministerie van Oorlog de schietschool opgedragen nog verdere proeven te nemen en daaromtient opnieuw te berichten. Of nu de directie van deze inrichting den wenk begrepen heeft, of dat ze meer succes heeft gehad met de nieuwe proefneming, moge buiten beschouwing blijven, maar het is een feit dat het tweede rapport in tegenspraak was met het eerste en thans luide lof wordt gesproken over het geweer. Daarop werd het nieuwe geweer aangenomen en de moeielijkheden begonnen. Eenigen konden er mee schieten, anderen niet. Later werd een nieuwe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 523