1172
2. Bij het onderzoek naar de wijze van optreden der chefs op het
gevechtsveld, moet ik speciaal de aandacht vestigen op één punt, helaas
eigen aan velen onder hen: de lijdelijkheid in het bizonder bij de
verdediging.
De lijdelijkheid bij de verdediging is de meest gevaarlijke richting.
Bij den aanval beheerscht onze wil ten allen tijde dien van den vijand
of ten minste moet de vijand er rekening mede houden en wanneer bij
dien wil nog komen vastberadenheid en verstandige stoutmoedigheid,
kan het offensief schitterende resultaten geven. Passieve verdediging
is niet anders dan de voorbode van den terugtocht en zal in het gun
stigste geval slechts mogelijk maken den tegenstander eenigen tijd °vast
te houden.
Lijdelijkheid is in het algemeen het gevolg van vrees voor verant
woordelijkheid, van een vooruit vastgestelde wijze van opvatting eener
opdracht en van het afwachten van het gevecht in versterkte stellingen.
Niet vergeten mag worden dat het defensief een noodzakelijk kwaad
is, waartoe men tijdelijk gedwongen kan zijn, doch waarvan men zich
door een ruim gebruik van offensieve en beslissende operaties moet be
vrijden.
Het gevecht heeft slechts één doel en dat is om de levende kracht
van den tegenstander te vernietigen. Daarom moet, wanneer het ge
vecht, in welken vorm ook, eenmaal aangenomen is, het geheele streven
zijn om met een beslissenden slag de krachten van den vijand te ver
nietigen.
P. M. A. E. 190S—96S.