1175
Javaansch jongeling zich bij het B. B. tot patih opwerken en alsdan f4o0.
verdienen, terwijl een assistent-wedono reeds met f 14o.— per maand begint.
Gegeven liet algemeen bekende feit, dat Javanen van gegoeden huize als
regel streven naar een plaatsing bij het binnenlandsch bestuur, dat zij
zich reeds van jongs af een bestuurstitel droomen, behoeft het geen vei won
dering te baren dat de betrekking van Inlandsch officier, waarm zij zich
méér kennis moeten verwerven, waarin hun zwaarder en gevaarlijk weik
wacht, waardoor zij uit liun milieu worden weggerukt en waarin zij ten
slotte weinig vooruitzichten hebben, hen niet toelacht.
Zij loopen daarom liever eenige jaren als magang of m andere oncleige
schikte baantjes mee en offeren het oogenblikkelijke voordeel van het trak
tement van f 100 op aan hunne toekomstdroomen, en terecht.
Om dus meer toeloop te krijgen tot dien cursus moet de P0SltTie.™n Bi-
landsch officier toch zeker minstens gelijk staan met die van Inlandsche
ambtenaren en zal de regeering er toe moeten overgaan om de tracte"ie"[®"
te verhoogen, totdat zij minstens variëeren tusschen die van assistent-wedono
enZoc>e ook kan ik mij niet begrijpen, waarom voor Inlanders de gratificatie
voor eerste uitrusting is vastgesteld op 500 terwijl deze voor Europeanen
f 1000bedraagt. De kleeding en uitrusting toch is voor beide landaar
den geheel dezelfde, terwijl de Javaan zich alles in Indie moet aanschaffen,
waar uniformen, wapens, enz. véél duurder zijn dan in Europa. Deigehlke
krenterige bepalingen vestigen den indruk, dat het gouvernement alles weer
voor een «prikje" wil, en dienen niet om vertrouwen m deze nieuwe positie
te verwerven.
Ook hij kwam tot de ontdekking dat het niet-openstellen van den
majoorsrang kwaad bloed zette. Evenals K. acht hij het mogelij v ca
zij die ontwikkeling zullen kunnen bereiken en twijfelt hij ook met aan
hun trouw:
Een klein procent van de Inlandsche officieren zou vermoedelijk maar m
aanmerking komen voor majoor en overs,e, maar ook m liet Europee c
officierskorps bekomt lang niet iedereen den gouden kraag. En.ook al waren
later de Inlandsche hoofdofficieren bij zeer enkele te tellen, de mogelijk
heid dat men dien rang zal kunnen verwerven, zal stimuleerend werken
op den lust, zich te Mr.-Cornelis te laten opleiden.
Maar bovendien gaat hij na, wat de Inlandsche kapiteins moeten
beginnen, indien hun tijd daar is om voor bevordering tot majoor te
O -
worden gepasseerd.
In de militaire wereld is het nu eenmaal usance, dat men zich dan laat
pensionneeren en zoo hebben dus de Inlandsche officieren het vooruitzich
0111 op x 40 jarigen leeftijd, d. i. nog in do kracht van hun leven, met een
pensioentje van 3 X f 260 f 780 's jaars »aan den dijk" te worden gezet.
Waar dit vooruitzicht misschien in den tegenwoordigen tijd voor in
landers nog zoo kwaad niet zal lijken, inde toekomst zullen die begrippen
veranderen en zeer zeker zal over 20 jaar een dergelijk pensioen absoluut
ontoereikend zijn om maar eenigszins te kunnen leven volgens de levens-
wijze, die men zich in den officiersstand heeft aangewend.
Omtrent de zorg voor weduwen en kinderen betoogt hij het volgende
■Zij nemen geen deel aan liet Weduwen- en Weezenfonds der Europeesche
officieren. Aan weduwen en kinderen van Inlandsche officieren kan slecüts
bij hooge uitzondering onderstand worden verleend en dan nog alleen aan
weduwen en kinderen van hen, die voor den vijand gesneuveld zijn of aan
voor den vijand bekomen wonden zijn overleden".
Ziedaar alles wat hieromtrent hejiaald is Ik zou haast zeggenkrenterigei
kan het niet! en het komt mij voor, dat degenen, die de samenstelling van
deze bepalingen op hun geweten hebben, al héél weinig m de Inlandsche
maatschappij hebben rondgekeken. Was men bang, dat de Inlandsche of
ficieren met eenige vrouwen en 'n vracht kinderen zouden komen aanzetten
Ik geloof, dat hun opneming in de Europeesche maatschappij zulks reeds
zal tegenhouden, terwijl eenige ambtenaren mij verzekerden, dat onder den