Is onze Wijze van Beoordeelen wel
Practisch en Juist?
Het heeft onze aandacht getrokken, dat er in den laatsten
tijd in de voornaamste Indische dagbladen ingezonden stukken
voorkomen, die tot strekking hebben om toestanden in het leger
te beoordeelen, veelal te veroordeelen.
Moge het inroepen der publieke opinie dikwijls een steentje
bijdragen om gewenschte hervormingen van toestanden, die
bepaald afbreuk doen aan den goeden geest in ons leger,uitte
lokken, zoo zien wij specifiek militaire onderwerpen liever in
een militair tijdschrift behandeld, ook al, omdat daardoor aan
een grooter aantal belanghebbenden de gelegenheid wordt geopend,
hunne gedachten over het besprokene te laten gaan, daar niet
alle bladen de ingezonden stukken van elkander overnemen.
Voor elke in billijkheid geuite ontevredenheid hebben personen
dan wel bestaande bepalingen of toestanden aanleiding gegeven
en het is dikwijls niet moeilijk op te sporen aan wien of waarin
de schuld ligt.
De wijze waarop de beoordeeling der "officieren plaats heeft
en alles wat daaraan "annex is, zoowel vóór als na de jaarlijksche
Sturm und Drangperiode, maakt naar onze meening reeds lang
een punt uit dat voor herziening in aanmerking komt.
De „Instructie" toch van 1905 heeft in het wezen der be-
oordeelingsquestie al zeer weinig verandering gebracht.
Zij maakt ook wat gewrongen stijl en spelling betreft den
indruk een onvoldragen pennevrucbt te zijn, bij het samenstellen
waarvan de schrijver, die den moed bezat die taak op zich te
nemen, de vorige instructie tot leidraad heeft genomen, in welke
eenige wijzigingen zijn aangebracht, met eene flauwe poging om
den verjongden geest, die „slowly and surely" in het leger door
dringt, daarin neer te leggen.
I. M. T. 1908. 76