1184
Nu meer en meer het streven van hoogerhand veld wint om
officieren, die bevordering wenschen te maken in het leger, den
gebiedenden eisch te stellen om op de hoogte te zijn van de
moderne militaire wetenschappen, vrij te zijn van sleur en de
algemeene ontwikkeling hooger op te voeren dan vroeger het
geval was, nu is naar onze meening ook het oogenblik aange
broken om de wijze van beoordeeling der officieren met dat stre
ven meer in overeenstemming te brengen.
Ieder die met de tegenwoordige wijze van meer nabij bekend
is, zal moeten toegeven dat zij nog te veel ruimte laat tot
verkeerde toepassing, de praktijk leert dit. Daarom zal zij steeds
eene onafzienbare reeks van onaangenaamheden in het leven
roepen, welke voor een gedeelte voorkomen zouden kunnen worden.
De jaarlijksche beoordeeling zooals zij thans door zooveel
uiteenloopende eerste beoordeelaars verplicht moet worden
uitgesproken is omslachtig en steeds minder juist.
Omslachtig is zij omdat bij deze beoordeeling in de meeste
gevallen zeer veel onnut schrijfwerk moet worden verricht;
minder juist omdat en met leedwezen moet dit met nadruk
worden gezegd enkele beoordeelaars geneigd zijn, omdat zij
moeten beoordeelen, zich te veel te laten leiden door vroegere
beoordeelingen, dan wel zich moeite moeten geven om een
of andere verandering aan te brengen en zulks niet altijd alleen
ter wille van den beoordeelde, doch last not least omdat het b.v.
bij het wapen der infanterie eene absolute onmogelijkheid is om
niet zij het dan ook in zeer geringen graad mechanisch, doch
met den grooten ernst die de beoordeeling verdient, aan alle
beoordeelingen zooveel aandacht te schenken, als waarop deze
aanspraak mogen maken, hetgeen de schuld is van het stelsel.
Indien de reuzenarbeid die thans in enkele maanden moet
worden verricht, wordt verdeeld over een geheel jaar, ja over
meerdere jaren, dan zal dit overstelpend drukke werk minder
„en gros" behoeven te worden verricht.
Wat de steeds te raadplegen zes beoordeelingen betreft, zoo
geeft eene beoordeelingslijst over enkele jaren van zijne loopbaan
geen duidelijk beeld van een persoon; dit blijkt herhaaldelijk;
zij komt velen onverdiend ten goede en doet betreffende velen,
mede onverdiend, een minder goeden indruk ontstaan.