1186 Natuurlijk heeft niet iedere officier dezelfde mate van ont wikkeling, dezelfde geestvermogens, dezelfde physieke geschikt heid enz. Deze eigenschappen treden bij enkelen eerst op rijperen leeftijd meer sprekend op den voorgrond en zijn bij jongeren niet altijd met algeheele juistheid vast te stellen. Maar een officier, die tot de geestelijk of lichamelijk minder bedeelden behoort, kan in een hem passenden werkkring even goed en even nuttig werkzaam zijn als iemand in wiens handen een meer belangrijke taak kan worden gelegd, omdat er in onze militaire wereld zooveel uiteenloopend werk te verrichten valt. Het hangt er maar van af of de taak met ijver en toewijding wordt vervuld. Te velde komt de proef op deze beschouwing soms zeer dui delijk uit. Getuige het ageeren met kleine troepen. Thans, weer door de beoordeelingswijze, komt dit niet spre kend uit, terwijl het zeer goed kan voorkomen, dat een officier uitmuntend in zijn tegenwoordigen rang voldoet, zonder ooit in aanmerking te mogen komen voor een hoogeren rang. Van dit denkbeeld moeten beoordeelaars meer worden door drongen en moet er verder rekening worden gehouden met het feit, dat men de geschiktheid om een hoogeren rang te bekleeden maar niet door één meer of minder geslaagde geweldproef ver werft of verliest. Op grond van het bovenstaande zal de onvermijdelijk daaraan te verbinden en zeer door ons voorgestane geschiktheid voor bevordering ter beoordeeling van den commandant van het leger, dan wel door eene door zijne Excellentie aan te wijzen com missie van deskundigen en niet indirect ter beoordeeling van lagere autoriteiten doch met raadpleging van de ranglijst geen directe teleurstellingen wekken, en zal een officier die voorbijgegaan wordt, meestal reeds lang voordat zulks plaats vindt, met dat denkbeeld verzoend zijn, al is natuurlijk een enkele mee- of tegenvaller niet uitgesloten. Het bewustzijn van een overigens goed aangeschreven voor bijgegane, dat hij van zijne chefs appreciatie ondervindt van de diensten, welke hij in zijn rang presteert, kan hem in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 542