1187 meeste gevallen zelfvoldoening en liefde voor zijne dienst verrichtingen schenken. Thans heet zoo'n officier in het algemeen „ongeschikt" alsof iedereen maar altijd zoude kunnen worden wat hij begeert, ook al doet hij daarvoor zijn best. Geestvermogens, karaktereigenschappen, physieke geschikt heid enz. beletten dikwijls om zich kundigheden eigen te maken, voor hoogere rangen vereischt; nooit echter mogen deze eigen schappen in den weg staan om zijne betrekking op waardige wijze te vervullen. Bij den thans z. g. „niet geschikt" beoordeelde kan moei lijk de ware ijver bestaan, tenzij deze alleen eene egoïstische poging is om het over hem gevelde oordeel in gunstigen zin te doen wijzigen. En in dit geval deugt het beginsel van zijn streven niet. Daar uit verkeerd verwerkte ontevredenheid over de ontvangen jaarlijksche beoordeeling, sommigen zich zelfs niet ontzien, deze openlijk aan hunne ondergeschikten mede te deelen, zoo zal dit bij het door ons voorgestane beginsel, n. 1. „beoordeeling als zulks noodig wordt geacht", minder voorkomen, zal de eerbied voor den oudere in ondervinding minder worden geschokt en zal, na eene inspectie niet meer hoogst indisciplinair worden rondgefluisterd „zou hij afgemaakt zijn?" "Wel ligt dit soms aan de wijze en aan het tijdstip, waarop z. g. inspecties wor den gehouden. Het is toch een uitgemaakte zaak dat thans ééne inspectie soms over het wel en wee van iemand moet beslissen en dit is dikwijls aan toon en houding van den in- specteerende op te merken. Geen wonder dat dit terugslaat op de onder den geïnspecteer de staande officieren. Ook behoeft het bij ons stelsel minder dikwijls voor te komen, dat iemand, aan wiens geschiktheid men twijfelt, kort vóór zijne mogelijke bevordering naar een ander garnizoen wordt overge plaatst om „op het slappe koord te komen," waardoor het nieuw te leiden troepengedeelte door den zenuwachtigen toestand, waarin zulk een chef verkeert, dikwerf minder goed wordt aan gevoerd en opgevoed. Eene bepaald ter beoordeeling bevolen oefening maakt bijna

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 543