1188 altijd chef en troepen min of meer zenuwachtig. Beide geven zich niet zooals zij zijn en de minderen trekken van zulk eene oefening geen nut. Integendeel! Ook is het thans nog niet uitgesloten, dat iemand die onder een gelukkig gesternte zich het „ja" zag toegekend, en dien tengevolge bevordering maakte, reeds na korten tijd blijken gaf, niet in den nieuwen rang te voldoen, hetgeen een gevolg is van de lichtvaardige wijze waarop beoordeelingen wel eens zijn uitgesproken. En de wetenschap dat die lichtvaardigheid niet geheel is uitgesloten, draagt er toe bij, dat zwakkere karak ters daardoor serviel kunnen worden, zeker wel een der leelijkste eigenschappen van een militair. Alvorens tot eene nadere omschrijving van eene andere wijze van beoordeeling over te gaan, moeten wij nog opmerken, dat het niet in het belang van het leger is, dat voor den hoogeren rang bij hun wapen geschikt geacht wordende kapiteins en hoofdofficieren bijzondere betrekkingen bekleeden, die door daarvoor geschikte en niet voor bevordering in aanmerking komende officieren kunnen worden waargenomen. Daardoor wor den de beschikbare krachten niet praktisch aangewend. De betrokkenen verliezen altijd iets van hunne geschiktheid voor troepenaanvoerder en wel eens iets van hunne physieke geschiktheid. De geschiktheid om als leider, aanvoerder en opvoeder van de troepen op te treden moet ontegenzeggelijk door nauwe aan raking met de troepen worden verkregen en onderhouden; de uitzonderingen bevestigen den regel en zijn meestal door hunne superieure militaire eigenschappen bij iedereen bekend. De keuze onder hen die niet voor hoogere rangen bij hun wapen in aanmerking zullen komen of die daarvan afzien is in 't algemeen gesproken geloof ik, ruim genoeg. Yan de luitenants behoeft hier geen sprake te zijn, aange zien het eene uitzondering genoemd mag worden, als een luitenant van eenigszins langeren diensttijd, niet geschikt is voor den kapiteinsrang en hij in het ontkennend geval meestal ook niet voor een specialen werkkring zal deugen, zoodat de keuze te moeilijk zoude worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 544