Een Vaandel voor de Maréchaussée* Wat goede, lichtbewapende troepen, onder uitmuntende aan voering in alle terreinen en onder ongunstige omstandigheden presteeren kunnen, leeren ons wel de glorierijke annalen van het korps Maréchaussee te voet in Atjèh Glorierijk zijn die annalen, want zij bevatten het geheele optreden op Atjèh, gedurende al de jaren, na de instelling ver- loopen, onder aanvoering van tal van officieren, wier namen te noemen overbodig mag heeten in dit tijdschrift; het sussesvolle optreden op Borneo, Djambi, Celebes, het dooden van den on- vindbaren Si-Singa Maharadjah, het ageeren op Flores, op Soem- bawa, waarbij zeer onlangs wederom, helaas, een goed makker en schitterend gedecoreerd, op het veld van eer het leven liet. Talloos zijn degenen, die, deel uitmakende van dat korps, hunne dierbaarste wenschen vervuld, en hunne borst versierd zagen met het kostbaar kleinood, strijdende onder.... ja, haast schreven wij onder „den oranjevaan"! Maar een pijnlijk gemis vinden wij hier, het korps heeft geen vaandel! Nog niet! Zou het Indische Legerbestuur, gelet op de schitterende ver diensten van dat korps, geene aanleiding vinden om nogmaals en met aandrang bij de Regeering in Holland het voorstel te doen het in de vaste formatie van het Indische Leger op te nemen, en het bij Hare Majesteit de Koningin voor te dragen tot bekoming van een Vaandel? Misschien beleven wij het dan nog eens, dat Vaandel ver sierd te zien met de Militaire Willemsorde. v. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 55