1211 een lans gebroken werd voor de belangen van de officieren van het wapen der infanterie, willen aantoonen, dat het zoo vaak verkondigde en bij zoo velen heerschende denkbeeld, dat de officier van de infanterie in zijne promotiekansen ten achter staat bij zijne kameraden van andere wapens en diensten, grootendeels, zoo niet geheel op een fictie berust. Ten slotte nog die frissche en opgewekte geest, die ook vol gens den Minister van Koloniën (en natuurlijk ook volgens vorige Ministers van Koloniën) in het officierskorps moet blijven heerschen x). Ja, daar is al veel over gesproken en veel over ge schreven. Bestaat die frissche en opgewekte geest? En zoo neen, waarom niet? En wat is, vooral in de laatste jaren, gedaan om die te onderhouden, c. q. weder op te wekken E. van Breda. Door de redactie hiertoe in staat gesteld zij het mij vergund den Heer E. van Breda enkele toelichtingen te geven om het verwijt te ontgaan dat in mijn betoog met de cijfers niet eerlijk is omgesprongen. Schrijver had gewild dat ik de bezetting der verschillende rangen genomen had volgens de geldende formatie en niet volgens het officiersboekje. Welnu, ook bij mij heeft het een punt van ernstige overweging uitgemaakt wat te nemen. Ten slotte ben ik overgegaan tot de keuze van het officiersboekje omdat mij die cijfers zuiverder voorkwamen. Wat toch is het geval bij het vraagstuk der bevordering; niet hoeveel er moeten zijn, maar hoeveel er zijn in eiken iang. Als ik dus, om eens een greep te doen, neem het aantal kapiteins bij de infanterie volgens het Ned. off. boekje van 1908, dan staan ei daar 226, ongeacht het formatiecijfer volgens U van 149. De bestaande bepalingen laten dus toe, dat er werkelijk 226 kapiteins zijn, werkelijk 32 Majoors, werkelijk 16 Luitenant-kolonels. De oorzaken die daartoe geleid hebben, zullen regelmatig blijven voorkomen zoolang in de bestaande voorschriften geene ingrij pende veranderingen voorkomen. 226 kapiteins zuilen dus moeten 1) Zou daartoe ook hebben bijgedragen de aanzienlijke besnoeiing die men ter wille van de gelijkheid, de tractementen der luitenant-kolonels en majoors der artillerie en der genie heeft doen endergaan?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 567