1280 daarbij niet verder uit, dan tot het controleeren van de hoe veelheid en kwaliteit der spijzen, die worden gekookt (wat nu mogelijk is) en late de benoeming van den kok van zijne goed keuring afhangen, daarbij bepalende, voor hoe lang de man deze betrekking vervult, een en ander om te voorkomen, dat steeds dezelfde man en voor te langen tijd aan den patrouille- dienst onttrokken wordt. Samenvattende, zou ik dus willen voorstellen te bepalen: le. De geene huishoudster hebbende Europeanen van éen bivak voeren tezamen menage. 2e. Al de uit het magazijn verstrekte vivres komen ten voor- deele van die menage. 3e. De deelnemers aan de menage dragen een hunner voor ter benoeming tot kok-menagemeester aan den compag nies- of detachementscommandant, die dezen voorgedra- gene benoemt, dan wel een andere voordracht laat op maken. 4e. De deelnemers aan de menage benoemen twee hunner om als commissaris op te treden, welke commissarissen met den kok-menagemeester het menu en de dagelijksche inkoopen vaststellen. 5e. De kamerwacht op de kamer der Europeanen staat den kok als bijkok ter zijde. 6e. De compagnies (of detachements) commandant houdt toezicht dat de hoeveelheid der te bereiden spijzen over eenkomstig is met het aantal deelnemers en hetgeen ieder hunner behoeft, terwijl hij tevens toeziet, dat hetgeen buiten de verstrekte vivres voor het eten wordt gebruikt, van goede kwaliteit en voldoende voedings waarde is. 7e. De kok is vrij van anderen dienst, tenzij de Europeesche afdeeling in het bivak geheel uitrukt voor meerdere dagen, terwijl de compagnies (detachements) comman dant bepaalt, voor hoe lang de dienst als kok, door den zelfden persoon, achtereenvolgens mag worden vervuld. Misschien zal iemand het noodig vinden nog eenige punten hieraan toe te voegen, die voorzien in het bezwaar als de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 586