1234 bij het einde van het kalenderjaar, waarin de rang gedurende twee jaren is bekleed. Verder voor de luitenants om de drie jaren. Voor officieren in den rang van kapitein, eerste beoordeeling na twee jaren. Overige eveneens. Hoofdofficieren worden elk jaar beoordeeld. Van opperofficieren worden geen beoordeelingslijsten opge maakt. Omtrent de invulling van het zoogenaamde binnenblad schrijft 14 voor: Bij de invulling van kolom 2, moet er naar gestreefd worden een zoo juist mogelijke persoons- en karakterbeschrijving van den te beoordeelen officier te geven. De beoordeelaar is daarbij geenszins aan vaste uitdrukkingen of vormen gebonden. Hem wordt vrijheid gelaten in de wijze, waarop hij den betrokken officier wil schetsen, mits slechts daaruit duidelijk blijke, of daaruit kan worden afgeleid, in hoe verre de moreele, intellectueele en militaire waarde van den beoordeelden officier, hem geschikt doen zijn voor den rang, dien hij bekleedt, en eventueel voor den naast hoogeren. In de eerste plaats verdienen daartoe de hoedanigheden in het licht te worden gesteld, welke in het bijzonder hun invloed, hetzij ten goede of ten kwade, kunnen doen gelden op de waarde van den officier als aanvoerder in den door hem bekleeden en in den naast hoogeren rang. Hierbij is in acht te nemen, dat de mate van geschiktheid van den officier voor zijne taak als aanvoerder niet alleen af hangt van zijne bekwaamheden, zijn practische geoefendheid, zijn ijver en zijn gedrag, maar ook, en wel in toenemende mate, naar gelang de bekleede functie van meer gewicht is, van het meer of minder bezit van eigenschappen als: vastheid van karakter, besluitvaardigheid, wilskracht, zelfstandigheid, plichtsbesef, voort varendheid, tact in het handhaven van de krijgstucht, moed om verantwoordelijkheid te dragen, kalmte, initiatief e. d. Daarnevens behoort alle aandacht te worden geschonken aan het meer of minder aanwezig zijn van hoedanigheden, welke den officier als voorganger en als opvoeder van zijne onderge schikten kenmerken en welke hem het vertrouwen en de ach-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 590