1247 principe bij een der beslissende autoriteiten? Een zuiverder standpunt zou toch zeker zijn wat rekening te houden met de wenschen van het officierskorps. Yreest men wellicht een zich afscheiden Die vrees ware belachelijk te noemen, want zeker is in geen enkel leger de verhouding tusschen de leden der verschillende onderdeelen zoo goed als in het onze. Indien de zwarte kleeding voor ons officieren wordt gewijzigd als volgens een couranten-bericht is voorgesteld, dan is er geen ander on derscheid meer dan het teeken op de twee metalen knoopen der schou derpassanten. Wanneer ik zeg dat velen zulks betreuren dan beweer ik niet te veel. Een goed infanterist is trot^ch op zijn wapen, het hoofd wapeneen goed artillerist zou er trotsch op zijn den fluweelen kraag, het historische onderscheidingsteeken voor zijn wapen te mogen dragen. En toch gaat n. b. het gerucht dat de fluweelen kraag van het voorstel is geschrapt door Z. E. den Legercommandant. Wanneer ik in dit schrijven dan ook het verzoek richt aan Z. E. om aan de verschillende wapens en diensten alsnog een onderscheidings teeken te willen geven, dan weet ik zeker uit naam van velen, ja zeer velen te spreken. Mocht het voorstel omtrent de zwarte kleeding wer kelijk uit Holland zijn teruggekomen, dan zou aan dit verzoek gemakkelijk kunnen voldaan worden. Bij de nieuwe witte uniform was ook zoo gemakkelijk een wapen- onderscheid in te voeren geweest n.l. in stof en insigne der schouderlappen. Nu wij dat niet hebben gekregen, zou ik willen voorstellen: Laten wij officieren de afspraak maken onze nieuwe jassen naar vaste regels te doen vervaardigen (voor het uniforme uiterlijk) en tevens ons zeiven een wapen-onderscheid te geven door gebruik te maken van de bepaling dat ,vorm en aantal der zakken J) naar keuze van den drager zijn". Mijn voorstel is Infanterie-. 4 zakken met een plooi (naar ik meen een Engelsch model, dat toestaat den zak wijder te stellen bij veel vulling). Cavalerie4 zakken zonder plooi. Artillerie 3 za'kken met plooi. Genie: 3 zakken zonder plooi. E on-combattanten Administratie en Geneeskundige dienst: 2 zakken met plooi. De officieren van den generalen staf dragen het model van het wapen waartoe zij behooreD. Alle zakken met kleppen (met knoopje); de hoeken aan de onderzijde vierkant; de zakken buiten op de jas gezet (dus niet ingesneden) a). Geen der verschillende vormen hindert ook maar iets bij het gebruik der jas als burgerkleeding. Geachte Heer Redacteur, afgaande op uwe beschouwingen in het I. M. T. no. 9 bldz. 966, als commentaar op het bericht omtrent de nieuw- voorgestelde kleeding, meen ik te mogen hopen op uwe instemming met mijn denkbeeld. Mocht ik mij daarin niet vergissen, dan zou ik het verzoek tot U willen richten mijn voorstel te willen ondersteunen en 1) Zoo dadelijk opvallend op het eerste gezicht. 2) In onderscheiding met de marine-nniform. I. M. T. 1908, 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 607