1257 rende legers in tijI van vrede, het onderwerp: kleeding en uitrusting der troepen gedurende den oorlog, te behandelen. Over 't algemeen droegen de Russen te velde dezelfde kleeding als in vredestijd. De troepen, die naar 't terrein van den oorlog trokken, waren overvloedig voorzien van uniformstukken, schoenen en onder- kleeding. De reservisten echter waren in dit opzicht in minder gunsti ge omstandigheden, want, hoewel zij goed gekleed waren, namen zij slechts de grondstoffen mede om hunne schoenen daarvan te maken, of zelfs de waarde daarvan in geld, om ze te koopen. Het gevolg daarvan was, dat het meerendeel dezer lieden te velde trok met schoeisel, dat zij van huis medegebracht hadden en dat zich meestal in slechten staat bevond, dat zij de grondstoffen, die hun verstrekt waren, verkochten en dat zij 't geld gedurende den langen tocht naar het oorlogsterrein verkwistten, 't Is om die reden dat 't gerucht zich verspreidde, dat 't russische leger slecht uitgerust en gekleed was. In werkelijkheid lieten de uitrusting en de kleeding dier troepen gedurende den oorlog niets te wenschen over. Behalve de uitrustingstukken bij den man en de reservekleeding en uitrusting, welke direct bij de hand waren, had de troepencommandant nog de beschikking over verscheidene stellen per man De intendance bezat dan ook van af 't begin van den oorlog voor een sterkte van 300,000 man twee stel kleedingstukken en 3 paar schoe nen per man en een hoeveelheid onderkReding, die hieraan evenredig was. Deze voorzieningen, die herhaaldelijk gedurende den oorlog aan gevuld werden, waren of werden verdeeld over drie groote magazijnen op 't operatieveld gelegen. De behoeften van 't leger werden gemeld aan de militaire intendance te Kharbin, die de gevraagde stukken zond naar een der drie magazijnen, dat dan zorgde voor de verdere doorzen ding. De kleeding van een Russisch soldaat moest als weinig practisch wor den aangemerkt. Zij bestond uit een zware pantalon van zwart laken, die ongezond was in den zomer, een lakensche blouse (kiel), zware laarzen met hooge schachten, die in 't loopen hinderlijk waren, een ruige muts van overdreven groote afmeting en een langen mantel. Op 't terrein waren de troepen door deze uniform reeds uit de verte kenbaar en aan den anderen kant waren de schouderpassanten van verschillende kleur en andere opzichtige distinctieve teekenen oorzaak, dat men gemakkelijk de slagorde der Russen kon onderscheiden. Weldra eischte het klimaat verandering in de kleeding. Gedurende den zomer ontvingen de troepen ter vervanging van den kiel, overhem den van licht weefsel van donkergroene kleur, die dikwijls werden ge dragen zonder onderhemd. Dit gaf geen goede resultaten. De zware zwarte broeken werden gedeeltelijk vervangen door broeken van't zelfde model maar van blauw chineesch katoen, die zeer praktisch bleken te zijn. Een lichte pet met nekbedekking werd in de plaats gesteld van de pelsmuts. Tegen den winter werden halve pelzen verstrekt, die zoodanig ver vaardigd waren, dat zij onder den mantel gedragen konden worden maar teen gebleken was, dat de manschappen met deze twee kleeding stukken aan, belemmerd werden in 't hanteeren van hunne wapens, moest men gedurende den slag de troepen van een van deze beide kleeding-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 617