s 711 Het gaat toch niet aan bij het bestaande incompleet van het officierskorps in Holland, dat officieren met de daaraan ver bonden kosten naar Indië worden gezonden om hier garni zoensdienst te doen. (Bijgaande staat geeft een overzicht van de verhoudingen tuschen Formatie en Sterkte in het officiers korps der vakwapens van beide legers). Bij het hoofdwapen gaan de gedetacheerden geregeld te velde. Bij de vakwapens echter is dit de laatste jaren niet voorge komen, tengevolge van het feit, dat die wapens zelve niet of zeer sporadisch in actie komen. NEDERLAND. NEDER L.-INDIË. fa c o Overcc pleel Wapens. fa w. le en 2e Luitenants te zamen. Cavalerie. 84 74 119% 22 23 4% Artillerie. 316 234 25.9 75 87 16% Genie. 48 50 4.2 33 24 27% (De gegevens betreffende de sterkte zijn geput uit het offi ciersboekje van 1908. Het percentage is berekend t. o. van de formatie). Uit bovenstaande moge blijken hoe het „belang desR ij ks" door ons gedetacheerden gediend wordt als de tekorten aan offi cieren in Nederland nog door detacheeringen vergroot worden, zonder dat deze in Indië in de gelegenheid komen „krijgservaring en militaire ondervinding" op te doen, zelfs zonder dat hunne plaatsen in Holland door Indische collega's vervuld worden om *-13 -i-3 'fa G ei fa o fa CD O O -4-3 UI CD Eh O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 61