1264
malige kroonprins riep als commandant van het 1ste infanterie-regiment
te Napels in 1892 een dergelijken cursus voor zijn regiment in het leven
en zorgde in 1896 voor het verkrijgen van een proefveld. In 1906 hebben
in 215 Italiaansche garnizoenen 23000 man vrijwillig aan dit onderricht
deelgenomen. Frankrijk volgde het eerst het voorbeeld van Italië, dan
opvolgend België, Denemarken, Engeland en Rusland. In Duitschland
werd deze nieuwigheid, enkele proefnemingeu buiten beschouwing ge
laten, in 1907 ingevoerd bij het Beijersche Cheveauleger-regiment in
Augsburg, 1907 1908 in een aantal Beijersche en drie Hessische gar
nizoenen, benevens in Gumbinnen en bij drie Wurtembergsche cava
lerieregimenten.
Het onderricht heeft minder ten doel de soldaten gedurende hunnen
diensttijd bekend te maken met nieuwigheden, als wel de herinnering
wakker te houden aan het goede van hun landbouwbedrijf, vooral in de
groote garnizoensplaatsen; naast de practische kennis een wetenschap-
pelijken grond te leggen, ingewortelde vooroordeelen uit te roeien, hunne
kennis van landhuishoudkunde te vermeerderen, dit alles voor zoover het
tijdelijke beroep van soldaat het toelaat en acht gevende op alles, wat de
man voor nuttigs uit zijn diensttijd mede kan nemen, wanneer hij terugkeert
naar zijn beroep. Het onderwijzend personeel moet gevonden worden
uit den troep zelf; alieen hij, die in de landhuishoudkunde zoowel prac-
tisch als wetenschappelijk thuis is en daarbij tegelijkertijd genoeg soldaat,
zal steeds belangwekkende aanknoopingspunten vinden. Het zal nauwelijks
moeilijkheden opleveren om in ieder troependeel (zoonoodig door gebruik te
maken van de diensten van reserveoffieieren) goede leerkrachten te vinden.
De deelname der leerlingen behoort eveneens vrijwillig te zijn en zij
behooren alleen van de oudste lichting te zijn. Wanneer het oordeel
kundig gehouden wordt, zal het aangename afwisseling brengen en „het
is zeker het doelmatigste middel tot tegengang van den trek naar de stad",
dewijl het den boerenzoon het geloof aan zijn beroep en den rechtmatigen
trots van den boer sterkt en behoudt. Wanneer de man zijne officieren
voordrachten ziet houden of zelf aanhooren, dan zal hij de achting voor
zijn stand niet verliezen en na het beëindigen van zijn diensttijd de stad
den rug toe keeren cm blijmoedig naar de vaderlijke hofstede terug te
gaan, met het vaste bewustzijn niet alleen met militairen zin voor orde
en zijn verhoogde werkkracht tehuis nuttig te zijn, maar ook een groote
hoeveelheid vakkennis mede te brengen. Nu in de zitting van den Rijks
dag van 5 Februari jl. de afgevaardigde Vogt-Hall aangespoord heeft
tot een algemeene invoering van dit onderwijs en de Minister van Oorlog
zoowel als de vertegenwoordigers van bijna alle partijen zich gunstig
hebben geuit, kan men gegronde hoop koesteren, het landhuishoudkundig
onderricht in het geheele rijk spoedig te zien ingevoerd.
(v. D. Mil. Wochenblatt No. 107).
Verzorging van Gewonden in den Oorlog.
Op het slagveld zelve zullen vele gewonden sterven tengevolge van
de sterke bloedingen, zeer velen zullen sterven tengevolge van de hevige
pijnen veroorzaakt door de vernieling van beenderen. Daarom is reeds
in het Mil. Wochenblatt in 1896, 1897 en 1901 in meerdere kleine opstel
len onder den titel „Eerste hulp in de gevechtslinie" de wenschelijkheid