1271 heeft den Minister van Oorlog aanleiding gegeven tot de commandeerende generaals een rondschrijven te richten, waarin de volgende grondgedachten zijn neergelegd. Beide zaken behooren reeds bij de eerste africhting der recruten de aandacht van den compagnies-commandant bezig te houden. De recruten kunnen geacht worden geschikt te zijn om te velde te trek ken, wanneer zij, ook overigens voldoende afgericht, op 4 achtereenvolgende dagen met volledige bepakking een totaal van 80 a 100 KM. kunnen afleggen. Dan gaat deze tak van africhting over op het bataljon en later op het regiment, dat bij het begin der herfstmanoeuvres in staat moet zijn om bij ongunstig weder en terrein marschen van 30 KM. af te leggen, welke desnoods ook bij nacht aangevangen of beëindigd moeten kunnen worden. Onder gunstige omstandigheden legt de zelfstandige compagnie 5 KM., het bataljon 4.8 KM. en het regiment 4.5 KM. in 50 minuten af. Het dragen van den ransel begint in de 2de afriehtingsmaand, de bepakking der recruten wordt gestadig vermeerderd, zoodat deze bij de bovenvermelde 4 marschdagen volledig is. Zoo blijft zij verder altijd, tenzij bijzondere omstandigheden een afwijken van dezen regel nood zakelijk maken. {Mil. Wochenblatt No. 89). Frankrijk. Handgeld voor het Koloniale Leger. Veldkleeding. .De vrijwilliger van het Koloniale Leger ontvangt het hem aankomende handgeld voor <!e helft onmiddellijk na het tcekenen van de overeenkomst; op de andere helft heeft hij eerst recht, na de vervulling van zijn wet- telijken dienstplicht in het leger in het derde jaar van zijn verband bij ver nieuwing zijner dienstverbintenis heeft hij recht op de onmiddellijke uitbetaling van het totale bedrag van het handgeld. Bedragen, welke in zijn tegoed geboekt zijn kan hij na afloop van den voor de inhouding voorgeschreven termijn geheel of gedeeltelijk opvragen. Yoor het geld, dat hij niet opvraagt, wordt hem 2|pCt. rente tegoed gedaan. {Mil. Wochenblatt No. 82). Frankrijk. Conscriptie in Algiers. Op het Noord-Afrikaansch congres te Parijs is de quaeste der conscriptie in Algiers ter sprake gebracht. Het congres sprak zich als volgt uit: In overweging nemende, dat het rationeel en wenschelijk is om meer dan tot dusver, gebruik te maken van de hulpbronnen, die de Inlandsche bevolking van Algiers biedt, dat anderzijds de invoering der conscriptie in Algiers, waar de inboor lingen sedert 80 jaren van den militairen dienst waren vrijgesteld, aan leiding zou kunnen geven tot voor de rust van Algiers schadelijke bewegingen en in staat zou zijn het vertrouwen van den inboorling in onze heerschappij te schokken geeft het congres den wensch te kennen, dat het stelsel van vrijwil lige verbintenissen, thans in Algiers toegepast, op alle mogelijke manie-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 631