130J blijf in de strafgevangenis te Tjimahi werd de ziekte geconstateerd. Toch werd hij niet dadelijk als krankzinnige behandeld eerst moest de man zich nog schuldig maken aan een feit, waarop de doodstraf staat. De directeur der militaire strafgevangenis gaf het volgende getuigenis: „De fuselier Aban is een zeer onhandelbaar sujet, die het laatste jaar, tengevolge van zijn ziekelijken toestand, niet met de noodige strengheid is kunnen worden behandeld. Na een langdurig verblijf in het hospitaal verklaarde de dokter, dat beklaagde lijdende was aan Morbus Basedowii", een ziekte, d e hem zeer prikkelbaar maakt, zoodat hij niet ten volle toerekenbaar kan worden geacht voor zijn handelingen. Hiermede werd door mij bij de beoordeeling van de mij gerapporteerde overtredingen van Aban steeds rekening gehouden en werd hij reeds verschillende malen voor kleine overtredingen niet gestraft, doch alleen vermaand. Beklaagde is dit denkelijk als zwakheid gaan beschouwen en heeft zich, zooals ik nu verneem, dan ook reeds tegen zijn kameraden uitgelaten, dat mem hem niet durfde straffen. Als gevolg hiervan werd hij steeds brutaler in zijn optreden, getuige zijn laatste overtreding om met open jas bij het eten-halen te komen en gedurende het kamerappèl voor den sergeant van de week op zijn hurken op zijn slaaptafel te blijven zitten eten. Dit feit kon niet ongestraft blijven, omdat het de tucht en het gezag van het kader aantastte. In verband met den ziekelijken toestand van beklaagde werd hem echter nogmaals een betrekkelijk lichte straf opgelegd. Die straf echter heeft 's mans eigenliefde gekwetst, omdat zijn beweren, dat men hem niet durfde s:raffen, daardoor gelogenstraft werd. Zijn kameraden schijnen hem, zooals ik hoor, te hebben uitgelachen en dit schijnt hem te hebben gedreven tot insubordinatie te plegen tegen sergeant V. Het is Aban Volmaakt onverschillig voor hoeveel jaar hij veroordeeld wordt. Hij heeft 'thans reeds 37 jaar gevangenis en detentie en ziet daar geen eind aan. Mijns inziens behoort hij eigenlijk niet te huis in de Militaire strafgevangenis, aangezien daarin alleen die veroor deelde militairen worden opgesloten, die niet onwaardig zijn langer in het leger te dienen en waarvan nog diensten in het leger verwacht kunnen worden. En nu kan men van Aban, die reeds viermaal voor insubordi natie veroordeeld is, die bovendien 37 jaren gevangenisstraf heeft te ondergaan en eerst op meer dan 62 jarigen leefIjd ontslagen zal wor- deu, moeielijk nog eenigen dienst in het leger verwachten". De behandelende officier van gezondheid verklaardeHij was zich daarvan volkomen bewust (nl. dat hij een meerdere sloeg). De beklaagde is zenuwiek herhaalde malen verscheen beklaagde op het ziekenrapport met dezelfde klachten hij is zenuwziek, waardoor hij af en toe in prik kelbaren toestand verkeert. Tot het laatste toe werd dus van geneeskundige zijde niet ingezien, dat de ongelukkige volkomen ontoerekenbaar was, een feit, dat tot na denken stemt. Wij wensehen het rapport in veler handen, vooral van officieren, wi'n de macht tot straffen gegeven is. En in die van de medici in ons leger eveneens. Regenwaamemmgen. Ondergeteekende vestigt de aandacht van belanghebbenden op het onlangs door het Observatorium uitgegeven werk„Over den regenval oo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 662