716 van de verstrekkingen 't zij van de Mil. Administratie 't zij van Artillerie of Genie doordrongen worden. Wat zich hier in Batavia afspeelde, is al herhaalde malen buiten ook voorgekomen. Dat wel eens eigenaardige toestanden daaruit kunnen voortvloeien, bewijst het volgende: In November 1905 keerde in Boni een troep van eene excursie erug met heel wat defecten aan kleeding en schoeisel. De slechtst voorzienen werden doorgezonden naar het hoofd bivak te Pampanoewa, met verzoek, deze in de eerste plaats weder opnieuw uit te rusten. 't Ging niet, eerst bewijzen, machtiging en ik weet niet wat a meer. Daar zaten we. Hoe we toen in alle haast nog iets hebben gekregen, is me ontschoten, want de verzetpartij eischte nieuwe werkzaamheid en elk wachten was kostbaar tijdverlies. oo kwam de colonne op de Westkust, we behoeven niet te zeggen, hoe. Goddank, dat de Intendance te Makassar eene andere meening huldigde en op draadloos verzoek onmiddellijk alles toezond, met de papieren er bij, die slechts behoefden te woiden ingevuld en geteekend. De machtiging kwam later, of liever de goedkeuring op de verstrekking in noodgeval. Later is dat uitrusten van troepen veel vlotter gegaan, geleerd door de ervaring, maar 't is in het begin toch voorgekomen, dat het hard om hard ging en gedreigd werd met inbraak en zelf halen als het benoodigde niet onder nadere machtiging voorloopig werd verstrekt. Het handhaven van de bepalingen tegen de eischen van het oogen- blik moest eene strenge afkeuring ten gevolge hebben instede dat elke afwijking, hoe ook geboden, meestal een bron is van ellenlange in- en toelichtingen en daardoor den ondergeschikte meer doet be dacht zijn op het voorkomen daarvan, dus meer doet denken aan het believen van zijn chef, dan aan den dringenden eisch van het oogenblik. En hoe nu ook het eenige goede beginsel voor zich zelf spreekt, dat eene herinnering er aan, als het ware overbodig behoort te worden geacht, toch schijnt het weer zwart op wit te moeten staan, alvorens door allen te worden gevolgd. Welnu, dat het dan maar zwart op wit kome. v.H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 66