1312 dus ook met de democratische stroomingen van onzen tijd. En daar toepassing der democratische beginselen in een Leger nn eenmaal onmo gelijk is het Leger van het meest democratische laad van dezen tijd, Zwitserland, bewijst het zullen ontboezemingen als die van T. A. e. z. a. nooit ontbreken. Ik hoop U met deze los neergeschreven beschouwingen niet verveeld te hebben; ik wilde ze echter niet achterhouden, omdat het geschrijf van I.A., dat langs de Redactie van het I M. T. heengaat om de of ficieren van N. I. Leger te treffen, mij eenigszins prikkelde en ook omdat Gij bij al Uwe moeite om het Tijdschrift op te heffen, zoo'n aanval waarlijk niet verdient. Ik ben er erg benieuwd naar, of' T. A. nu ook voor den draad zal komen, of hij reageeren zal op hetgeen Gij hem in het laatste gedeelte van Uw antwoord gevraagd hebt. Alleen hoop ik, dat bij eene mogelijke uitbreiding van de rubriek „Vraagstukken van den Uag" het streven naar lotsverbetering, in welken vorm dan ook, niet alle andere onderwerpen verdringen zal, m. a. w ik hoop, dat het I. M. T. een zuiver militair wetenschappelijk tijdschrift blijven zal. Van deze gelegenheid maak ik gebruik om te antwoorden op de vraag, gesteld aan den voet van blz. 988. Ik geloof dat het invoeren van een vasten prijs in plaats van den met den rang van den inteekenaar toe- nemenden, geen bijval zal vinden. Kijk, het aantal luitenants is het grootst, zij hebben in den regel de meeste ambitie, doch het minste tractement. Wordt voor hen het in- teekengeld met 1/3 verhoogd, dan zullen zeer velen moeten bedanken en ik stel me voor, dat dit verlies veel grooter zijn zal dan de winst behaald op hen, die op het tijdschrift ingeteekend blijven. Van de lui tenants moeten de uitgevers het in vele opzichten hebben; schrik ze dus niet af door prijsverhooging. Maar nu z u ik iets in overweging willen geven, dat voor de intee- kenaren gemakkelijk en voor de uitgevers voordeelig zijn kan, n 1. het geven van gelegenheid tot het plaatsen van advertentiën tegen laag tarief, zooals gebruikelijk is b. v. in het Marineblad en in het Militair Wochenblatt. Dus geen reclames of advertentiën van winkels e. d Ik zou b. v.^ willen overnemen den loopenden jaargang van de „Militaire Spectator wegens het daarin voorkomende stuk over den oorlog tegen Denemarken in 1864. Het kan gebeuren dat met pensioen of verlof vertrekkende officieren militaire boeken of uitrudingstukken ter over name aanbieden. Gelegenheid tot adverteeren van een en ander in het 1. M. T. zou, stel ik mij voor, op hoogen prijs gesteld worden. En hiermede laat ik de zaak voorloopig rusten alleen wensch ik U nog toe, dat het U gegeven moge zijn, het Tijdschrift met denzelf'den jjver als tot dusverre te leiden en met steeds grooter wordend succes. Mocht ge soms een paar van mijne opmerkingen willen gebruiken, dan hebt ge daartoe volle vrijheid. Intusschen G. d. U. P. J. C.***

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 672